vrijdag 7 juli 2023

Misbruik van bevoegdheid

Artikel 4.16 lid 1 Aanbestedingswet 2012 luidt als volgt:


Artikel 4.15, eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf:

a.             van mening is dat de gunning van een opdracht zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht door middel van het elektronische systeem voor aanbestedingen op grond van deze wet is toegestaan,

b.            de aankondiging van zijn voornemen om tot sluiting van de overeenkomst over te gaan door middel van het elektronische systeem voor aanbestedingen in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft bekendgemaakt, en

c.             de overeenkomst niet heeft gesloten voor het verstrijken van een termijn van ten minste twintig kalenderdagen, ingaande op de dag na de datum van de bekendmaking van bedoelde aankondiging.

En gaat over de ‘vrijwillige (ex ante) aankondiging vooraf’. Ook wel ‘vrijwillige transparantie vooraf’ genoemd.

Als een aanbestedende dienst in het kader van (de) ‘vrijwillige transparantie vooraf’ geen aanbestedingsrechtelijke ‘rechtvaardiging’ heeft (geeft) zoals genoemd in artikel 4.17 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012:

De aankondiging, bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onder b, bevat tenminste de volgende gegevens:

[…]

c.             een rechtvaardiging van de beslissing om de opdracht te gunnen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in het Publicatieblad van de Europese Unie;

[…]

Dan handelt zij onrechtmatig. Meer concreet, in strijd met de wet.

Bij aanbestedende diensten die tevens bestuursorgaan zijn, speelt immers het verbod van détournement de pouvoir volgens artikel (3: 14 BW jo.) 3: 3 Awb, een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur:

Het bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend.

Zie bijvoorbeeld Hof Arnhem-Leeuwarden 10 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3617.

En bij alle aanbestedende diensten, bestuursorgaan of niet, is het bepaalde in artikel 3: 13 leden 1 en 2 BW relevant:

1.            Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.

2.            Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.

Lees ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2022/07/welwillend.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2017/09/vrijwillige-transparantie-vooraf.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2020/12/giftig.html

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten