Het blijkt niet per se verboden om tijdens de uitvoering van een,
eerder Europees openbaar aanbestede en op laagste prijs gegunde,
raamovereenkomst over de overeengekomen onderliggende prijzen en/of de
vergoedingsmethode te onderhandelen en deze te wijzigen.
Vermits, in ieder geval, de drempelwaarden genoemd in artikel 72 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:
Voorts, en zonder dat onderzocht moet worden of de in lid 4, onder a) tot en met d), genoemde voorwaarden vervuld zijn, kunnen opdrachten ook zonder een nieuwe aanbestedingsprocedure in overeenstemming met deze richtlijn worden gewijzigd indien het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan elk van de volgende bedragen:
i) de
in artikel 4 genoemde drempels, en
ii) 10 % van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor leveringen en diensten en minder dan 15 % van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken.
De wijziging mag de
algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen. Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen
plaatsvinden, wordt de waarde beoordeeld op basis van de netto-cumulatieve
waarde van de opeenvolgende wijzigingen.
En daarmee ook artikel 2.163b lid 1 Aanbestedingswet 2012:
Een overheidsopdracht kan zonder nieuwe
aanbestedingsprocedure als bedoeld in deel 2 van deze wet worden gewijzigd
indien:
a. het
bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan:
1°. het
toepasselijke bedrag, bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.6a, en
2°. 10%
van de waarde van de oorspronkelijke overheidsopdracht voor leveringen en
diensten of 15% van de waarde van de oorspronkelijke overheidsopdracht voor
werken, en
b. de
wijziging de algemene aard van de overheidsopdracht niet wijzigt.
Maar niet worden overschreden.
Zo volgt uit het arrest HvJEU 16 oktober 2025 in zaak C-282/24 (Polismyndigheten):
43 Wat
meer in het bijzonder de wijziging van de in een raamovereenkomst vastgestelde
vergoedingsmethode betreft, moet worden benadrukt dat artikel 72, lid 1, onder
a) en c), van richtlijn 2014/24 uitdrukkelijk in de mogelijkheid voorziet om de
prijs van een opdracht of raamovereenkomst te wijzigen, mits deze wijziging
geen verandering brengt in de algemene aard van de betrokken opdracht of
raamovereenkomst.
44 Aangezien
deze bepalingen uitdrukkelijk prijswijzigingen uitsluiten die leiden tot een
verandering van de algemene aard van de betrokken opdracht of raamovereenkomst,
zou de opvatting dat een beperkte wijziging van de prijs van een opdracht of
raamovereenkomst in alle omstandigheden een dergelijke wijziging vormt, derhalve
elk effect aan de door de Uniewetgever uitdrukkelijk in die bepalingen
neergelegde mechanismen voor de aanpassing van die prijs ontnemen.
45 Bovendien
verwijst artikel 72, lid 2, van richtlijn 2014/24 weliswaar niet uitdrukkelijk
naar de mogelijkheid om de prijs van een opdracht of raamovereenkomst te
wijzigen, maar staat deze bepaling alleen wijzigingen van een beperkte waarde
toe, waardoor de gevolgen van de prijswijziging voor het evenwicht van de
betrokken raamovereenkomst kunnen worden beperkt.
46 Een
wijziging van de in een raamovereenkomst vastgestelde vergoedingsmethode die de
totale waarde van deze raamovereenkomst marginaal verandert, kan hoe dan ook
geen fundamentele wijziging van het voorwerp van die raamovereenkomst of, in
beginsel, van het betrokken type raamovereenkomst tot gevolg hebben.
Voor wat betreft de andere, in artikel 72 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU genoemde voorwaarde ‘De wijziging mag de algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen.’ oordeelt het Hof:
47 Daarentegen
kan niet volledig worden uitgesloten dat een wijziging van de
vergoedingsmethode die de totale waarde van deze raamovereenkomst marginaal
verandert, zoals een drastische wijziging van het evenwicht tussen de vaste en
de variabele prijzen, in uitzonderlijke omstandigheden kan leiden tot een
fundamentele aantasting van het evenwicht van die raamovereenkomst en dus tot
een verandering van de algemene aard van die raamovereenkomst.
48 Dit
zal het geval zijn wanneer de herziening van de in de betrokken
raamovereenkomst vastgestelde vergoedingsmethode tot een volledige wijziging
van de structuur van de raamovereenkomst leidt, waardoor de inschrijver of
inschrijvers van die raamovereenkomst in een situatie komen te verkeren die
duidelijk gunstiger is dan die welke zou zijn voortgevloeid uit de toepassing
van de oorspronkelijk overeengekomen vergoedingsmethode, wat de verwijzende
rechter in het hoofdgeding zal moeten nagaan, rekening houdend met alle relevante
omstandigheden.
49 Gelet
op het voorgaande dient op de gestelde vraag te worden geantwoord dat artikel
72, lid 2, van richtlijn 2014/24 aldus moet worden uitgelegd dat de wijziging
van de vergoedingsmethode die is opgenomen in een op basis van het criterium
van de laagste prijs gegunde raamovereenkomst, die het relatieve gewicht tussen
de vaste en de variabele prijzen verandert en tegelijkertijd het prijsniveau
zodanig aanpast dat de totale waarde van deze raamovereenkomst niet meer dan
marginaal wordt gewijzigd, niet als verandering in de algemene aard van die
raamovereenkomst in de zin van die bepaling moet worden beschouwd, tenzij de
wijziging van de vergoedingsmethode van die raamovereenkomst tot een
fundamentele aantasting van dat evenwicht leidt.
De algemene aard van een raamovereenkomst wijzigt aldus (ook) in geval sprake is van ‘een fundamentele aantasting van het evenwicht van die raamovereenkomst’.
Van dat laatste is sprake in het geval van een volledige wijziging van de structuur van de raamovereenkomst, waardoor de inschrijver of inschrijvers van die raamovereenkomst in een situatie komen te verkeren die duidelijk gunstiger is dan die welke zou zijn voortgevloeid uit de toepassing van de oorspronkelijk overeengekomen vergoedingsmethode.
Hetgeen in de praktijk niet ondenkbaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten