donderdag 16 oktober 2025

Een fundamentele aantasting van het evenwicht van de raamovereenkomst

Het blijkt niet per se verboden om tijdens de uitvoering van een, eerder Europees openbaar aanbestede en op laagste prijs gegunde, raamovereenkomst over de overeengekomen onderliggende prijzen en/of de vergoedingsmethode te onderhandelen en deze te wijzigen.

Vermits, in ieder geval, de drempelwaarden genoemd in artikel 72 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:


Voorts, en zonder dat onderzocht moet worden of de in lid 4, onder a) tot en met d), genoemde voorwaarden vervuld zijn, kunnen opdrachten ook zonder een nieuwe aanbestedingsprocedure in overeenstemming met deze richtlijn worden gewijzigd indien het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan elk van de volgende bedragen: 

i)             de in artikel 4 genoemde drempels, en

ii)            10 % van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor leveringen en diensten en minder dan 15 % van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken. 

De wijziging mag de algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen. Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen plaatsvinden, wordt de waarde beoordeeld op basis van de netto-cumulatieve waarde van de opeenvolgende wijzigingen.

En daarmee ook artikel 2.163b lid 1 Aanbestedingswet 2012:


Een overheidsopdracht kan zonder nieuwe aanbestedingsprocedure als bedoeld in deel 2 van deze wet worden gewijzigd indien:

a.             het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan:

1°.           het toepasselijke bedrag, bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.6a, en

2°.           10% van de waarde van de oorspronkelijke overheidsopdracht voor leveringen en diensten of 15% van de waarde van de oorspronkelijke overheidsopdracht voor werken, en

b.            de wijziging de algemene aard van de overheidsopdracht niet wijzigt.

Maar niet worden overschreden.

Zo volgt uit het arrest HvJEU 16 oktober 2025 in zaak C-282/24 (Polismyndigheten):

https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=305207&pageIndex=0&doclang=nl&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=556145


43           Wat meer in het bijzonder de wijziging van de in een raamovereenkomst vastgestelde vergoedingsmethode betreft, moet worden benadrukt dat artikel 72, lid 1, onder a) en c), van richtlijn 2014/24 uitdrukkelijk in de mogelijkheid voorziet om de prijs van een opdracht of raamovereenkomst te wijzigen, mits deze wijziging geen verandering brengt in de algemene aard van de betrokken opdracht of raamovereenkomst.

44           Aangezien deze bepalingen uitdrukkelijk prijswijzigingen uitsluiten die leiden tot een verandering van de algemene aard van de betrokken opdracht of raamovereenkomst, zou de opvatting dat een beperkte wijziging van de prijs van een opdracht of raamovereenkomst in alle omstandigheden een dergelijke wijziging vormt, derhalve elk effect aan de door de Uniewetgever uitdrukkelijk in die bepalingen neergelegde mechanismen voor de aanpassing van die prijs ontnemen.

45           Bovendien verwijst artikel 72, lid 2, van richtlijn 2014/24 weliswaar niet uitdrukkelijk naar de mogelijkheid om de prijs van een opdracht of raamovereenkomst te wijzigen, maar staat deze bepaling alleen wijzigingen van een beperkte waarde toe, waardoor de gevolgen van de prijswijziging voor het evenwicht van de betrokken raamovereenkomst kunnen worden beperkt.

46           Een wijziging van de in een raamovereenkomst vastgestelde vergoedingsmethode die de totale waarde van deze raamovereenkomst marginaal verandert, kan hoe dan ook geen fundamentele wijziging van het voorwerp van die raamovereenkomst of, in beginsel, van het betrokken type raamovereenkomst tot gevolg hebben.

Voor wat betreft de andere, in artikel 72 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU genoemde voorwaarde ‘De wijziging mag de algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen.’ oordeelt het Hof:


47           Daarentegen kan niet volledig worden uitgesloten dat een wijziging van de vergoedingsmethode die de totale waarde van deze raamovereenkomst marginaal verandert, zoals een drastische wijziging van het evenwicht tussen de vaste en de variabele prijzen, in uitzonderlijke omstandigheden kan leiden tot een fundamentele aantasting van het evenwicht van die raamovereenkomst en dus tot een verandering van de algemene aard van die raamovereenkomst.

48           Dit zal het geval zijn wanneer de herziening van de in de betrokken raamovereenkomst vastgestelde vergoedingsmethode tot een volledige wijziging van de structuur van de raamovereenkomst leidt, waardoor de inschrijver of inschrijvers van die raamovereenkomst in een situatie komen te verkeren die duidelijk gunstiger is dan die welke zou zijn voortgevloeid uit de toepassing van de oorspronkelijk overeengekomen vergoedingsmethode, wat de verwijzende rechter in het hoofdgeding zal moeten nagaan, rekening houdend met alle relevante omstandigheden.

49           Gelet op het voorgaande dient op de gestelde vraag te worden geantwoord dat artikel 72, lid 2, van richtlijn 2014/24 aldus moet worden uitgelegd dat de wijziging van de vergoedingsmethode die is opgenomen in een op basis van het criterium van de laagste prijs gegunde raamovereenkomst, die het relatieve gewicht tussen de vaste en de variabele prijzen verandert en tegelijkertijd het prijsniveau zodanig aanpast dat de totale waarde van deze raamovereenkomst niet meer dan marginaal wordt gewijzigd, niet als verandering in de algemene aard van die raamovereenkomst in de zin van die bepaling moet worden beschouwd, tenzij de wijziging van de vergoedingsmethode van die raamovereenkomst tot een fundamentele aantasting van dat evenwicht leidt.

De algemene aard van een raamovereenkomst wijzigt aldus (ook) in geval sprake is van ‘een fundamentele aantasting van het evenwicht van die raamovereenkomst’.

Van dat laatste is sprake in het geval van een volledige wijziging van de structuur van de raamovereenkomst, waardoor de inschrijver of inschrijvers van die raamovereenkomst in een situatie komen te verkeren die duidelijk gunstiger is dan die welke zou zijn voortgevloeid uit de toepassing van de oorspronkelijk overeengekomen vergoedingsmethode.

Hetgeen in de praktijk niet ondenkbaar is. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten