Je hoort het wel eens in verband met een geïntegreerd (‘ontwerp en
uitvoering’) contract:
“Dan maak je een afgezonderd vrijgesteld perceel, en zet dat 1 op 1 in
voor ontwerp. Binnen een marge van 20% en tot en met € 1 000 000 ex BTW hoef je
niet Europees aan te besteden.”
Dat is echter een misvatting om de navolgende redenen.
Ingevolge artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 geldt:
aannemer: een ieder
die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt
[…]
dienstverlener: een
ieder die diensten op de markt aanbiedt
[…]
overheidsopdracht
voor diensten: een schriftelijke
overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer
dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft
op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder
overheidsopdracht voor werken
[…]
overheidsopdracht
voor werken: een schriftelijke
overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer
aannemers en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:
a. de
uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken die betrekking hebben op
een van de in bijlage II van richtlijn 2014/24/EU bedoelde activiteiten,
b. de uitvoering of het ontwerp en de
uitvoering van een werk, of
c. het
laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat voldoet aan de
eisen van de aanbestedende dienst die een beslissende invloed uitoefent op het
soort werk of het ontwerp van het werk
[…]
werk: het product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische
werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie
te vervullen.
En artikel 2.18 Aanbestedingswet 2012 luidt als volgt:
1. Indien
een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten kan leiden tot
overheidsopdrachten die in afzonderlijke percelen worden geplaatst, neemt de
aanbestedende dienst de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag.
2. Indien
de samengestelde waarde van de percelen, bedoeld in het eerste lid, gelijk is
aan of groter is dan het in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3 of 2.6a bedoelde bedrag,
is het bij of krachtens deel 2 van deze wet bepaalde van toepassing op de
plaatsing van elk perceel.
3. Het tweede lid is niet van
toepassing op:
a. overheidsopdrachten
voor werken waarvan de geraamde waarde niet meer bedraagt dan € 1 000 000,
exclusief omzetbelasting,
b. overheidsopdrachten
voor diensten waarvan de geraamde waarde niet meer bedraagt dan € 80 000,
exclusief omzetbelasting,
mits de totale geraamde waarde van de onder a of b
bedoelde percelen gezamenlijk niet meer bedraagt dan 20% van de totale waarde
van alle percelen.
Artikel 2.18 lid 1 Aanbestedingswet 2012 noemt (dus) ‘een voorgenomen werk’.
Ontwerp (-en) voldoet niet aan de wettelijke definitie van een ‘werk’ ex artikel 1.1 Aanbestedingswet
2012 voornoemd. ‘Ontwerpen’, denk bijvoorbeeld aan CPV 71200000-0, is (immers) aanbestedingsrechtelijk
(ook) een ‘dienst’, en komt overigens (dan) ook niet voor op (de activiteiten
van) bijlage II van richtlijn 2014/24/EU.
En artikel 2.18 lid 3 sub a Aanbestedingswet 2012 noemt (dus) ‘overheidsopdrachten voor werken’.
Bij (de aankoop van) ontwerp is sprake van een ‘overheidsopdracht voor diensten’. En dus niet van een
‘overheidsopdracht voor werken’ volgens de definitie ex artikel 1.1 Aanbestedingswet
2012 voornoemd. Een ‘ontwerper’ is (immers) aanbestedingsrechtelijk (ook) geen
‘aannemer’.
Afrondend, en wellicht ten overvloede, artikel 18 lid 1 Richtlijn
2014/24/EU:
[…] Overheidsopdrachten worden niet opgesteld met het
doel om deze uit te sluiten van het toepassingsgebied van de richtlijn of om de
mededinging op kunstmatige wijze te beperken. De mededinging wordt geacht
kunstmatig te zijn beperkt indien de aanbesteding is ontworpen met het doel
bepaalde ondernemers ten onrechte te bevoordelen of te benadelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten