Rechtbank Den Haag 16 oktober 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:12464:
5.2. Capgemini
stelt zich allereerst op het standpunt dat de beslissing van de Staat om haar
inschrijving terzijde te leggen geen stand kan houden, omdat de motivering
daarvoor niet juist is. Dat standpunt kan niet worden gevolgd. Uit de brief van
de Staat van 21 juni 2018 volgt onmiskenbaar dat de inschrijving van Capgemini
terzijde is gelegd omdat die inschrijving niet voldoet aan de voorgeschreven
vormvereisten. De Staat heeft onweersproken aangevoerd dat in de inschrijving
van Capgemini een tabel is opgenomen die visueel gezien letters bevat met
lettertype en -grootte Verdana 5. De stelling van Capgemini dat zij de tabel
heeft opgemaakt in Verdana 9, doet daar niet aan af. De ratio van de
vormvereisten is immers evident, namelijk het garanderen dat alle inschrijvers
bij de beantwoording van de kwaliteitswensen effectief evenveel ruimte ter
beschikking hebben voor hun antwoord. De vormvereisten zijn daarnaast expliciet
van toepassing verklaard op afbeeldingen. Indien het zou zijn toegestaan om een
in de voorgeschreven lettergrootte opgemaakte tabel als verkleinde afbeelding
in de inschrijving op te nemen, zouden de vormvereisten geen enkel doel dienen
en illusoir zijn.
[…]
5.6. De
voorzieningenrechter is daarnaast met de Staat van oordeel dat Capgemini geen
recht heeft op herstel van haar inschrijving. Partijen twisten in dit kader
over de vraag of het Aanbestedingsdocument de uitdrukkelijke sanctie van
uitsluiting stelt op de door Capgemini niet nageleefde vormvoorschriften. Wat
daar ook van zij, geoordeeld wordt dat Capgemini niet in staat is haar
inschrijving te herstellen met inachtneming van de vormvoorschriften, zonder de
inhoud daarvan te wijzigen. Capgemini heeft een document overgelegd waarmee zij
haar inschrijving wenst te herstellen. In dat document heeft Capgemini de tabel
- in het niet toegestane formaat - verwijderd en vervangen door platte tekst in
de voorgeschreven lettergrootte. Die tekst is weliswaar letterlijk overgenomen
uit de tabel, maar Capgemini miskent dat de in eerste instantie door haar
gebruikte tabel op zichzelf al informatie geeft en dat zij met het weghalen van
de tabel dus inhoudelijke informatie heeft weggehaald. Een tabel bevat immers
voor elke kolom een hoofdkop. Alle informatie die in een kolom staat vermeld,
heeft betrekking op die hoofdkop. Bij het letterlijk overzetten van de tekst
uit een tabel naar platte tekst, valt die samenhang weg en wordt dus informatie
weggehaald die met de tabel werd overgebracht. Een dergelijke materiële
wijziging van de inschrijving is niet toegestaan. Nu is gesteld noch gebleken
dat Capgemini haar inschrijving op een andere wijze in overeenstemming kan
brengen met alle gestelde vormvereisten, is herstel in deze situatie hoe dan
ook niet toegestaan.
5.7. Capgemini
heeft voorts bezwaar gemaakt tegen een rigide toepassing van de voorschriften
in aanbestedingen in het algemeen en betoogd dat een dergelijke rigide
toepassing niet in het belang is van (alle) betrokkenen. Wat daar ook van zij,
het in het aanbestedingsrecht leidende gelijkheidsbeginsel laat geen ruimte
voor de door Capgemini gewenste soepelheid. Een en ander leidt tot de conclusie
dat de vorderingen zullen worden afgewezen.
Wie in dit soort kwesties spreekt over het ‘aanbestedingsrecht’ als
zijnde ‘formaliteitenrecht’ miskent niet alleen doel en strekking van het
aanbestedingsrechtelijke gelijkheidsbeginsel (denk aan: ‘alle inschrijvers […] effectief evenveel ruimte ter beschikking hebben’),
maar ook de initiërende rol van de aanbesteder die in veel gevallen (juist) zelf
verantwoordelijk is voor de vormvoorschriften en de ‘formaliteiten’. Zie
bijvoorbeeld ook:
En verder geldt in aanbestedingsprocedures: “Gewoon doen wat de aanbesteder voorschrijft en vraagt.”:
If you can’t stand the heat, get
out of the kitchen……..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten