In het artikel ‘Enablers and
Barriers of Sustainability for Small Public Purchases’ (Schotanus, F.;
Gelderman, C.J.; Jupijn, R. Enablers and Barriers of Sustainability for Small
Public Purchases. Sustainability 2024,
16, 10109. https://doi.org/10.3390/ su162210109) lijken de auteurs te pleiten
voor meer regels onder de drempel in, en dus een wijziging van, deel 1 van de
Aanbestedingswet 2012.
Zie namelijk pagina 12-13 van het artikel:
“As it is unlikely that political, market,
societal, social, and economic factors will drive SPP for smaller
below-threshold purchases, we argue that the external factor, “the
absence of binding legal obligations”, has the most
untapped potential to become a driver for SPP. Implementing binding legal
frameworks could thus be a key driver in promoting sustainability in small
purchases. […] Additionally, increased legislation and accountability might be
essential to ensure that the sustainability potential of these smaller
purchases is realized.”
Dat lijkt me echter geen goed idee.
Het nationale aanbestedingsrecht kent immers al veel regels (verplichtingen) voor de overheidsinkoop- en aanbestedingspraktijk. De uitvoeringspraktijk heeft het daar al moeilijk genoeg mee. Meer regels zal (zeker) niet tot een (juist) gewenste administratieve lastenverlichting leiden.
Het lijkt mij verder, dat ook de noodzaak voor meer regels ontbreekt. Ik licht dat hieronder toe.
Hoewel ik me afvraag, of een onderzoek bij waterschappen representatief is voor Nederlandse gemeenten, bijvoorbeeld vanwege de organisatie van een gemeente volgens onder meer de Gemeentewet, ga ik in mijn betoog uit van een gemeente. Een gemeente zal ook geconfronteerd worden met een wijziging van deel 1 van de Aanbestedingswet 2012.
Het komt wel vaker voor, dat bij gebrek aan een (intern) inhoudelijk sterk en overtuigend verhaal een beroep wordt gedaan op meer wet- en regelgeving. Dan wordt het immers (extern) verplicht. In het voorkomend geval is zo’n beroep een zwaktebod.
Ik denk, dat (mogelijkheden benutten van) ‘inkopen onder de drempel’ niet een inhoudelijk sterk en overtuigend verhaal is. Alsof immers slechts een procedure en de daarin toegestane vrijheid van handelen en flexibiliteit, of slechts het aanbestedingsproces, voor duurzaamheid zouden kunnen zorgen. Nee, dat is niet zo. Daar is immers bijvoorbeeld ook ‘inhoud’ voor nodig. Bovendien bestaat die vrijheid en flexibiliteit nu in beginsel ook al. “Implementing binding legal frameworks” of “increased legislation” gaat daar (juist) niets aan veranderen.
Het realiseren van duurzaamheid is verder niet per se voorbehouden aan, of verbonden met, ‘inkoop’ (‘aankoop’). Denk aan het ‘zuinig zijn op je spullen’. Of aan het verminderen van (het) energieverbruik.
Toch kan het realiseren van duurzaamheid door middel van ‘inkoop’ (‘aankoop’) in beginsel een inhoudelijk sterk en overtuigend verhaal zijn.
De invulling van duurzaamheid door middel van ‘inkoop’ (‘aankoop’) is echter doorgaans ook een geldkwestie. En bij een gemeente dus een politiek (Raad en College) verhaal, en daarmee dus ook een ‘keuzes maken verhaal’.
Met een inhoudelijk sterk en overtuigend verhaal op ‘decentraal gemeenteniveau’ kan de gemeentelijke invulling van duurzaamheid (al) gestalte krijgen, wanneer daar concreet door de gemeente voor gekozen (besloten) wordt.
Daar is dus geen formele wetgeving door de formele wetgever voor nodig. De noodzaak voor een wijziging van deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 ontbreekt aldus.
Duurzaamheidseisen-wetgeving ‘van Rijkswege’ zonder dat daar door het Rijk voldoende financiële middelen voor beschikbaar worden gesteld, kan verder tot ongewenste gevolgen leiden. Denk bijvoorbeeld aan noodzakelijke bezuinigingen op de gemeentelijke publieke taken. Dat een wijziging van deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 gepaard zou (kunnen) gaan met het beschikbaar stellen van een ‘uitvoering duurzaamheidseisen budget’ door het Rijk lijkt me niet aannemelijk.
Tenslotte meen ik, vanwege de vereiste ‘inhoud’ en het vereiste ‘geld’, dat het realiseren van duurzaamheid door middel van ‘inkoop’ (‘aankoop’) noodzakelijk verband houdt met de organisatie van inkoop als een functie. Zie daartoe bijvoorbeeld ook deze Blog:
https://keesvandewater.blogspot.com/2023/10/duurzaamheid-realiseren.html
En dat er daarom geen noodzaak bestaat voor een wijziging van de, in basis, procedurevoorschriften van deel 1 van de Aanbestedingswet 2012.
Wetgeving zonder noodzaak leidt tot onnodige bureaucratie, mist doorgaans maatschappelijk draagvlak, en kan dus, naar mijn mening, niet “a key driver in promoting sustainability in small purchases” zijn.
De key driver in promoting duurzaamheid lijkt me trouwens ‘geld’ (money). Zie bijvoorbeeld ook de VN-Klimaatconferentie COP29 in Bakoe, Azerbeidzjan (2024) waar het vooral ging over financiële steun voor arme (kwetsbare) landen.
Ik zie wet- en regelgeving op het gebied van inkoop en aanbesteding (nog) niet voor ‘geld’ zorgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten