Artikel 33 lid 1 Richtlijn 2014/24/EU luidt (gedeeltelijk) als volgt:
[…] Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen
één of meer aanbestedende diensten en één of meer ondernemers met het doel voor
een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten vast te leggen,
met name wat de prijs en, in voorkomend geval, de beoogde hoeveelheid betreft.
[…]
HvJEU 19 december 2018 in zaak C-216/17 (Autorità Garante della
Concorrenza e del Mercato - Antitrust en Coopservice) is een arrest gewezen
onder (artikel 32 van) Richtlijn 2004/18/EG, maar heeft ook waarde onder/voor
het huidige (artikel 33 Richtlijn 2014/24/EU) recht:
58 Uit
de bijwoordelijke bepaling „in voorkomend geval” zou kunnen worden afgeleid dat
de vermelding van de hoeveelheid prestaties waarop de raamovereenkomst
betrekking zal hebben, slechts facultatief is.
60 Ten
eerste blijkt uit een aantal andere bepalingen van richtlijn 2004/18 dat de
raamovereenkomst van bij het begin de maximale hoeveelheid leveringen of
diensten moet vaststellen waarop de volgende opdrachten betrekking kunnen
hebben. In het bijzonder bepaalt artikel 9, lid 9, van die richtlijn, waarin
met name is uiteengezet hoe de geraamde waarde van raamovereenkomsten moet
worden berekend, dat moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde,
exclusief btw, van alle voor de totale duur van die overeenkomst voorgenomen
opdrachten. Ook punt 6, onder c) („Overheidsopdrachten voor diensten”), dat is
opgenomen onder het opschrift „Aankondiging van overheidsopdrachten” van
bijlage VII A bij richtlijn 2004/18, vereist dat de aankondiging van de
overheidsopdracht die verband houdt met een dergelijke overeenkomst, voor de
gehele looptijd van de raamovereenkomst de totale geraamde waarde van de
diensten vermeldt alsook, voor zover mogelijk, de waarde en frequentie van de
te plaatsen opdrachten. Zoals de Commissie in wezen betoogt, en zoals de
advocaat-generaal in punt 78 van zijn conclusie heeft opgemerkt, is de
aanbestedende dienst die van in het begin partij is bij de raamovereenkomst,
bij de bepaling van de waarde en de frequentie van elk van de volgende te
plaatsen opdrachten weliswaar slechts gehouden tot een middelenverplichting,
maar moet hij absoluut de totale hoeveelheid prestaties preciseren die de
volgende opdrachten kunnen omvatten.
61 Ten
tweede moeten overeenkomstig artikel 32, lid 3, van richtlijn 2004/18, als er
een raamovereenkomst is gesloten met één enkele ondernemer, de op die
raamovereenkomst gebaseerde opdrachten worden gegund volgens de in de
raamovereenkomst gestelde voorwaarden. Hieruit volgt dat de aanbestedende
dienst die oorspronkelijk partij is bij de raamovereenkomst, zich slechts tot
een bepaalde hoeveelheid kan verbinden, zowel voor eigen rekening als voor
rekening van de potentiële aanbestedende diensten die duidelijk in die
overeenkomst zijn aangewezen, en dat, zodra die hoeveelheid is bereikt, die
overeenkomst geen effect meer sorteert.
62 Ten
derde kan deze uitlegging de naleving van de fundamentele beginselen voor het
plaatsen van overheidsopdrachten waarborgen, die van toepassing zijn wanneer
overeenkomstig artikel 32, lid 2, eerste alinea, van richtlijn 2004/18 een
raamovereenkomst wordt gesloten. De raamovereenkomst valt immers algemeen
gesproken onder het begrip „overheidsopdracht” aangezien zij de diverse
opdrachten waarop zij betrekking heeft, tot een geheel verenigt (zie in die zin
arresten van 4 mei 1995, Commissie/Griekenland, C-79/94, EU:C:1995:120, punt 15;
29 november 2007, Commissie/Italië, C-119/06, niet gepubliceerd, EU:C:2007:729,
punt 43, en 11 december 2014, Azienda sanitaria locale n. 5 „Spezzino” e.a., C-113/13,
EU:C:2014:2440, punt 36).
63 Zowel
de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie als het daaruit
voortvloeiende transparantiebeginsel (zie in die zin arrest van 17 december
2015, UNIS en Beaudout Père et Fils, C-25/14 en C-26/14, EU:C:2015:821, punt 38)
impliceren dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in de
aankondiging van de opdracht of in het bestek worden geformuleerd op een
duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze zodat, in de eerste plaats, alle
behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte
ervan kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier kunnen interpreteren en,
in de tweede plaats, de aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te
gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die op de
betrokken opdracht van toepassing zijn (zie in dit verband het arrest van 13 juli
2017, Ingsteel en Metrostav, C-76/16, EU:C:2017:549, punt 34).
64 De met
name in artikel 2 van richtlijn 2004/18 neergelegde beginselen van
transparantie en gelijke behandeling van de ondernemers die interesse hebben in
de sluiting van de raamovereenkomst, zouden immers in het gedrang komen indien
de aanbestedende dienst die oorspronkelijk partij is bij de raamovereenkomst,
de totale hoeveelheid waarop de raamovereenkomst betrekking heeft, niet
specificeert.
65 De
transparantieverplichting dringt zich des te meer op daar de aanbestedende
diensten bij een volgende opdracht ingevolge artikel 35, lid 4, tweede alinea,
van richtlijn 2004/18 niet verplicht zijn om een aankondiging betreffende de
resultaten van de gunning van elke op de overeenkomst gebaseerde opdracht toe
te zenden.
66 Zou de
aanbestedende dienst die oorspronkelijk partij is bij de raamovereenkomst niet
verplicht zijn om van meet af aan opgave te doen van de maximumhoeveelheid en
het maximumbedrag van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, dan
zou de sluiting van de overeenkomst voorts kunnen worden gebruikt om een
opdracht kunstmatig op te splitsen en zo onder de in richtlijn 2004/18
vastgestelde drempels te blijven, hetgeen ingevolge artikel 9, lid 3, van
richtlijn 2004/18 verboden is.
67 Zelfs
indien een verwijzing naar de normale behoeften van de in de raamovereenkomst
duidelijk aangewezen aanbestedende diensten voldoende duidelijk kan zijn voor
nationale ondernemers, kan bovendien niet worden aangenomen dat dit
noodzakelijkerwijs ook geldt voor een in een andere lidstaat gevestigde
ondernemer.
68 Wanneer
de totale hoeveelheid van de diensten die deze normale behoeften
vertegenwoordigen welbekend is, zou het ten slotte geen enkel probleem mogen
vormen om deze in de raamovereenkomst zelf of in een ander openbaar gemaakt
document, zoals het bestek, te vermelden en om er zo voor te zorgen dat de
beginselen van transparantie en gelijke behandeling volledig in acht worden
genomen.
69 In de
vierde plaats geeft de verplichting voor de aanbestedende dienst die
oorspronkelijk partij is bij de raamovereenkomst om in die overeenkomst de
hoeveelheid en het bedrag van de daaronder vallende diensten te specificeren,
uitvoering aan het in artikel 32, lid 2, vijfde alinea, van richtlijn 2004/18
neergelegde verbod van oneigenlijk gebruik van raamovereenkomsten en van
gebruik ervan om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen.
“[-] van bij het begin de
maximale hoeveelheid leveringen of diensten moet vaststellen [-]”………. “[-] dat moet worden uitgegaan van de geraamde
maximale waarde [-]”……...“[-] absoluut
de totale hoeveelheid prestaties preciseren die de volgende opdrachten kunnen
omvatten [-]”…… “[-] en dat, zodra die
hoeveelheid is bereikt, die overeenkomst geen effect meer sorteert [-]” ……. “[-]
beginselen van transparantie en gelijke
behandeling […] immers in het gedrang komen [-]”…….. “[-] opgave te doen van de maximumhoeveelheid en
het maximumbedrag van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft [-]”……. “[-]
om in die overeenkomst de hoeveelheid en
het bedrag van de daaronder vallende diensten te specificeren [-]”….... “[-] verbod van oneigenlijk gebruik van
raamovereenkomsten [-]”…………….
Het komt mij voor, dat een en ander (grote) gevolgen heeft voor
bijvoorbeeld de (feitelijke) ‘prijslijsten’
en de ‘fictieve hoeveelheden’ die thans
in het kader van een raamovereenkomst (nog) in de aanbestedingspraktijk
voorkomen.
Zeer waarschijnlijk wordt doorgaans (dan) ook, naar nu blijkt, ook bezien
vanuit het aanbestedingsrecht, in de praktijk lichtvaardig gebruik gemaakt van
de raamovereenkomst. Lees verder dus ook:
En, afrondend, onder de drempel hebben we bijvoorbeeld artikel 1.12
Aanbestedingswet 2012:
1. Een
aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf behandelt ondernemers op
gelijke en niet-discriminerende wijze.
2. De aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf handelt transparant.