Een relevant vonnis voor de praktijk met betrekking tot de toepassing
van, en de (voor-) selectie van ondernemers bij, een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure:
Rechtbank Limburg 28 juli 2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:6754.
Mede in vervolg op mijn vorige Blog ‘Doelmatigheid’ (r.o. 4.15 van
onderhavig vonnis):
“[-] De “past performance” van Van Boekel
maakt dat zij geen gelijk geval meer is en er is aldus geen strijd is met het
gelijkheidsbeginsel of het proportionaliteitsbeginsel.”
Opnieuw: ‘Verschil’ mag er in beginsel (dus) ook wezen.