donderdag 18 april 2013

De Aanbestedingswet 2012 praktisch


De praktijk van vóór 1 april 2013 laat zien, dat het in voorkomende gevallen voor een aanbestedende dienst (denk aan een gemeente) doelmatig kon zijn, bijvoorbeeld omwille van redenen met betrekking tot de (lokale) werkgelegenheid, de leefbaarheid, het ‘sociale domein’ en/of de arbeidsreïntegratie, een overheidsopdracht met betrekking tot Bijlage II B diensten enkelvoudig onderhands (‘1 op 1’) aan een ondernemer naar eigen keuze (denk bijvoorbeeld aan een sociale werkvoorziening of een welzijns-, of zorginstelling) of middels een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure te gunnen.

Het is zodoende een relevante vraag, of die praktijk van vóór 1 april 2013 (ook) gehandhaafd kan blijven na inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 (Staatsblad 2012, 542) op 1 april 2013?

Uit bijgevoegd artikel (zie de link) blijkt, dat het in het voorkomend geval mogelijk is die praktijk te handhaven. Waarmee een aanbestedende dienst (dus) in het voorkomend geval zijn (doelmatig) voordeel kan (blijven) doen.


 

Ervaringen met de Aanbestedingswet 2012 in de praktijk (1)


Mijn ervaringen met een kleine 18 dagen ‘Aanbestedingswet 2012 in de praktijk’, waaronder het maken van ‘formats’ en ‘standaarden’, het geven van cursussen en het beoordelen van aanbestedingsdocumenten, doen mij (terdege) beseffen, dat een strikte scheiding inkoop (‘procedureel’) en vaktechniek (‘inhoud’) minst genomen nuancering behoeft.

In de ‘werken-sfeer’ hebben met name, de met de Aanbestedingswet 2012 gepaard gaande ‘voorschriften’ uit de Gids Proportionaliteit, de nodige impact op bijvoorbeeld de door de jaren heen opgebouwde ‘vanzelfsprekendheden’ en ‘standaarden’ in de ‘Administratieve delen’ van de RAW-, en Stabu-bestekken. Bijvoorbeeld waar het de (‘standaard’-) afwijkingen op de UAV 1989/2012 betreft. Maar ook het ARW 2012 vraagt praktisch (toch) de nodige aandacht.

Ook de (voorheen) ‘bekende’ en ‘vertrouwde’ uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen blijken in het voorkomend geval thans een stuk minder ‘vanzelfsprekend’.

En een doelmatige gunning op ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (EMVI) vereist feitelijk ‘inkoop- en aanbestedingsdenken’ bij het (aller-) eerste 'programma van eisen (en wensen)'. En (dus) niet (pas) wanneer het bestek klaar is.

De praktische implementatie van de Aanbestedingswet 2012 blijkt al met al geen gemakkelijke opgave. Niet alleen moeten 'de aanbestedingsdocumenten’ worden aangepast. Maar ook (vertrouwde) werk- en handelwijzen vragen aanpassing.
 
Enig succes en voorspoed kunnen de aanbestedende diensten en hun medewerkers de komende tijd dan ook (nog) wel gebruiken en toegewenst worden!