woensdag 21 juni 2017

De afwijzing


Klaarblijkelijk gaat het in Rechtbank Overijssel 15 juni 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2534


om een opdracht onder de drempel:

4.17.      […] Gelet op de uiteenlopende (summiere en globale) berekeningen van partijen luidt de conclusie dat, nu een kort geding zich niet leent voor nader onderzoek, niet vaststaat dat de drempelwaarde als bedoeld in artikel 4.15 lid 1, aanhef en onder c, Aw 2012 is overschrijden.

Toch gaat ‘het’ blijkbaar om (een artikel uit) Deel 2 van de Aanbestedingswet 2012:

4.7.        Uit artikel 2.130 Aw 2012 vloeit voort dat de gunnings- of afwijzingsbrief de relevante redenen voor de gunningsbeslissing bevat. Hoe ver die motivering moet gaan, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de strekking van artikel 2.130 Aw 2012 vooral is dat een afgewezen inschrijver inzicht moet worden verschaft in de redenen van de afwijzing. De afgewezen inschrijver kan vervolgens de afweging maken of het wenselijk is die beslissing in kort geding aan te vechten.

4.8.        Met inachtneming van het vorenoverwogene is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eiseres] in ieder geval uit het e-mailbericht van 29 maart 2017 heeft moeten (kunnen) begrijpen dat de opdracht niet aan haar is gegund omdat zij niet is opgenomen in het register van Atos e-Suite editor gecertificeerden en daarmee niet voldoet aan de in de opdracht gestelde (geschiktheids)eis. Daarmee bevat het e-mailbericht van 29 maart 2017 naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval de vereiste motivering en beantwoordt het aan de strekking van artikel 2.130 Aw 2012. Dat in het mailbericht niet de (eind)scores van [eiseres] en van de inschrijver aan wie de opdracht is gegund en een toelichting op de scores is meegedeeld doet aan het voorgaande niet af, nu deze informatie in het onderhavige geval niet (op voorhand) als relevant is aan te merken. [eiseres] voldeed immers volgens De Gemeente immers niet aan de eis dat zij aantoonbaar in voornoemd register is opgenomen en daarmee voldeed haar inschrijving, los van de gegeven scores, niet.

Wellicht omwille van een uniforme werkwijze binnen het dynamisch aankoopsysteem? Zie daartoe (dan) bijvoorbeeld artikel 2.147 lid 1 jo. artikel 2.50 sub b jo. artikel 2.27 sub f t/m k Aanbestedingswet 2012. Artikel 2.27 sub i Aanbestedingswet 2012 luidt (immers): “deelt de gunningsbeslissing mee”. En de ‘gunningsbeslissing’ (welk begrip ook in de betreffende inschrijvingsvoorwaarden voorkomt) is (weer) relevant ter zake het bepaalde in artikel 2.128 lid 1 (jo. artikel 2.127 lid 2) Aanbestedingswet 2012. Want blijkbaar wordt hier wel (vergelijk artikel 2.127 lid 4 sub c Aanbestedingswet 2012) gewerkt met een opschortende termijn (van 5 kalenderdagen). En de ‘gunningsbeslissing’ wordt ook genoemd in artikel 2.130 (lid 1) Aanbestedingswet 2012.

Hoe dan ook.

Bij een ‘echte’ Europese aanbestedingsprocedure geldt (echter) ingevolge artikel 55 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:

Op verzoek van de betrokken gegadigde of inschrijver informeren aanbestedende diensten zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 dagen na ontvangst van een schriftelijk verzoek:

a)            iedere afgewezen gegadigde over de redenen voor de afwijzing van zijn verzoek tot deelname;
b)           iedere afgewezen inschrijver over de redenen voor de afwijzing van zijn inschrijving, inclusief voor de in artikel 42, leden 5 en 6, bedoelde gevallen, de redenen voor het besluit inzake niet-gelijkwaardigheid of het besluit dat de werken, leveringen of diensten niet aan de prestatie- of functionele eisen voldoen;
c)            iedere inschrijver die een ontvankelijke inschrijving heeft ingediend, over de kenmerken en relatieve voordelen van de geselecteerde inschrijving, alsmede over de naam van de begunstigde inschrijver of de partijen bij de raamovereenkomst;
d)           iedere inschrijver die een ontvankelijke inschrijving heeft ingediend, over het verloop en de voortgang van de onderhandelingen en de dialoog met de inschrijvers.

Artikel 55 lid 2 sub c Richtlijn 2014/24/EU voornoemd is geïmplementeerd door artikel 2.130 Aanbestedingswet 2012:

1.            De mededeling van de gunningsbeslissing aan iedere betrokken inschrijver of betrokken gegadigde bevat de relevante redenen voor die beslissing, alsmede een nauwkeurige omschrijving van de opschortende termijn, bedoeld in artikel 2.127, eerste lid, die van toepassing is.
2.            Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder relevante redenen in ieder geval verstaan de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de raamovereenkomst.
3.            De mededeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval elektronisch of per fax verzonden aan de betrokken inschrijvers en betrokken gegadigden.

En artikel 55 lid 2 sub b Richtlijn 2014/24/EU voornoemd is geïmplementeerd door artikel 2.103 lid 3 Aanbestedingswet 2012:

Op verzoek van een betrokken partij stelt de aanbestedende dienst iedere afgewezen inschrijver zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van zijn schriftelijk verzoek, in kennis van de redenen voor de afwijzing van zijn inschrijving, inclusief voor de gevallen, bedoeld in de artikelen 2.77 en 2.78, de redenen voor zijn beslissing dat er geen gelijkwaardigheid voorhanden is of dat de werken, leveringen of diensten niet aan de functionele of prestatie-eisen voldoen.

Een inschrijver die niet heeft aangetoond ‘geschikt’ te zijn in de aanbestedingsprocedure (of die ‘ongeldig’ heeft ingeschreven, of waarop een uitsluitingsgrond van toepassing is), heeft (aldus) geen recht op, noch belang bij, de ‘relevante redenen’ ex artikel 2.130 leden 1 en 2 Aanbestedingswet 2012.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten