zaterdag 26 januari 2019

Het bouwteam


Het komt niet zelden voor, dat een gemeente wel weet, wat ze als functioneel (eind-) resultaat wil. En in beginsel ook wel een realistisch (totaal) uitvoeringsbudget heeft. Maar nog niet weet, ‘hoe en wat (dan) precies’. En ook niet weet, wat de concrete financiële (bestedings-) mogelijkheden ter zake zijn.

Een ‘traditioneel ontwerp- en bouwproces’ met contractvorming op basis van bijvoorbeeld de UAV 2012 ligt dan (vooralsnog) niet voor de hand.

En een aanpak en uitvraag op basis van een ‘ontwerp- en uitvoeringsovereenkomst’ volgens bijvoorbeeld de UAV-GC ook niet. Bijvoorbeeld vanwege het gelimiteerde beschikbare uitvoeringsbudget in relatie tot de mogelijkheid van ‘kostenvergoeding’ en/of ‘termijnsverlenging’ in de uitvoering. Of omdat de gemeente geen ervaring heeft om tijdens de uitvoering te werken met een UAV-GC contract.

Vaak blijkt een gemeente wel bereid en in staat  om te gaan samenwerken met een aannemer en daartoe in beginsel ook ‘ontwerp-verantwoordelijkheid’ kan en wil dragen. En in het voorkomend geval ook bereid en in staat is om (kwaliteits-) ‘concessies’ te doen en/of om (financieel) te schuiven met uitvoeringsonderdelen en -‘posten’. In overleg tussen partijen kunnen alsdan bijvoorbeeld op bepaalde ‘posten’ bezuinigingen of besparingen worden doorgevoerd en kan tussen ‘posten’ geschoven worden teneinde (toch) een voor beide partijen acceptabel en werkbaar financieel en functioneel resultaat (ontwerp en werk) te bereiken.

Alsdan is het ‘bouwteam’ een mogelijk aangewezen contract- en samenwerkingsvorm.

Ook zo’n contract- en samenwerkingsvorm stelt natuurlijk ‘eisen’ aan de gemeente. De gemeente moet namelijk in zo’n geval ook, al dan niet middels derden, ‘geschikt’ - denk bijvoorbeeld aan: technische kennis, kostendeskundig (-heid), communicatief vermogen, kunnen samenwerken e.d. - zijn, om met/in een bouwteam te (kunnen) werken.

Hetzelfde geldt trouwens in gelijke zin voor de aannemer, die daarbij ook ‘kosten-transparant’ moet kunnen en willen werken.

De kenmerken, voordelen en nadelen van een bouwteam zijn ‘relatief’. Immers afhankelijk van het specifieke geval en (ook) concreet nader in het vullen in het individuele concrete geval. Desalniettemin kunnen op hoofdlijnen als de algemene kenmerken van een bouwteam (-overeenkomst) worden genoemd:

1.           In het bouwteam zijn de gemeente, de aannemer, en eventueel andere personen/adviseurs vertegenwoordigd. De deelnemers aan het bouwteam zijn in beginsel gelijkwaardig. De gemeente stelt het bouwteam samen. Zij sluit ook met iedere deelnemer (een) overeenkomst (-en).

2.           Werken binnen een bouwteam leidt ertoe, dat de professionele aannemer zijn ervaring en deskundigheid op het gebied van bouw-uitvoeringsmethoden en bouwkosten kan inbrengen. Het bouwteam zorgt voor een betere afstemming tussen ontwerp en uitvoering, waardoor ook de kans op ‘verrassingen’ tijdens de uitvoering wordt verkleind. Er kan daarbij worden gewerkt met een maximum taakstellend budget waarbinnen het werk moet worden gerealiseerd en opgeleverd (en zo nodig moet worden onderhouden).

3.           Elke deelnemer in het bouwteam verricht de werkzaamheden die tot zijn taakveld behoren. Elke deelnemer in een bouwteam is in beginsel verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage. De verwevenheid van de (ontwerp-) werkzaamheden kan echter (wel) betekenen, dat voor de diverse bijdragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid (en aansprakelijkheid) ontstaat.

4.           Deelname aan het bouwteam garandeert de aannemer (vooralsnog) niet, dat hij het werk ook uiteindelijk / daadwerkelijk mag uitvoeren. Wel is hij gerechtigd om als eerste, en vooralsnog als enige, een (prijs-) aanbieding te doen voor de uitvoering van bijvoorbeeld het in het bouwteam tot stand gekomen Definitief Ontwerp (DO) of bestek. Dit gebeurt op basis van een open begroting, waarin de opbouw van de prijs door middel van de verschillende kostenposten voor de gemeente zichtbaar wordt. Als de bespreking van de open begroting en het overleg over de prijs in redelijkheid niet tot overeenstemming leiden, is de gemeente in beginsel vrij om (een) derde (n) ter zake uit te nodigen een (prijs-) aanbieding te doen.

Het bouwteam biedt verder (dus) ook de mogelijkheid om vóór gunning van de aannemingsovereenkomst (uitvoeringsovereenkomst) de mogelijke risico’s van het werk (en de opdracht) en de beheersing daarvan met de aannemer te bespreken en een en ander tussen partijen vast te leggen. Doorgaans moet een en ander (kunnen) leiden tot een vermindering van aanspraken door de aannemer op ‘meerwerk’, ‘kostenvergoeding’ en/of ‘bijbetaling’ door de gemeente. Of ter zake ‘termijnsverlenging’ tijdens de uitvoering van het werk. Door alle relevante aspecten en risico’s van de uitvoeringsopdracht en de gevolgen en kosten van een en ander voorafgaand aan de uitvoering goed met de aannemer te bespreken kan verder mogelijk ook bespaard worden op andere uitvoeringskosten, denk bijvoorbeeld aan directie- en toezichtkosten, van de gemeente.

De gedachte van het bouwteam is aldus, dat bezien vanuit overeenkomsten wordt uitgegaan van twee (2) fasen:

Fase 1: Waarin een ‘Bouwteamovereenkomst’ tussen de gemeente en een aannemer wordt aangegaan en uitgevoerd.

Fase 2: Waarin een ‘aannemingsovereenkomst’ tussen de gemeente en de aannemer is aangegaan en de aannemer de realisatie (uitvoering) van het werk tegen betaling door de gemeente realiseert (uitvoert) en oplevert.

De aanbestedingsrechtelijke, rechtmatige, gedachte is, dat de ‘Bouwteamovereenkomst’ (Fase 1) wordt aanbesteed volgens het verplichte ‘aanbestedingsrechtelijke regime’ van de ‘aannemingsovereenkomst’ (Fase 2) die een overheidsopdracht is. Betreft Fase 2 bijvoorbeeld een werk geraamd onder de € 1.500.000,-- ex BTW, dan is het in Nederland gebruikelijk en toegestaan om, met inachtneming van de relevante aanbestedingsregels, een meervoudig onderhandse procedure te doorlopen. Betreft Fase 2 bijvoorbeeld een werk geraamd op € 6.000.000,-- ex BTW, dan zal voor Fase 1 (Bouwteamfase), met inachtneming van de (dan) relevante aanbestedingsregels, een Europese openbare aanbestedingsprocedure moeten worden gevolgd.

In Fase 2 wordt alsdan weliswaar pas concreet ‘aangekocht’ (c.q. opdracht gegeven tot uitvoering van het werk) door de gemeente, maar aanbestedingsrechtelijk is er geen ‘probleem’ (meer), want het nuttig effect c.q. de doelstelling (-en) van de (Europese en nationale) aanbestedingsregels is voldoende gerealiseerd en geborgd door de concrete toepassing van het ‘aanbestedingsrechtelijke regime’ van de ‘aannemingsovereenkomst’ (Fase 2) in de aanbestedingsprocedure betreffende de ‘Bouwteamovereenkomst’ (Fase 1).

Daarbij kan in beginsel (slechts) op kwaliteit gegund worden, en hoeft (dus) niet per se op prijs te worden geconcurreerd en gegund. Richtlijn 2014/24/EU vermeldt in artikel 67 lid 2: “[…] Het kostenelement kan ook de vorm aannemen van een vaste prijs of vaste kosten op basis waarvan de ondernemers zullen concurreren op kwaliteitscriteria alleen. […]” En het vastgestelde (maximum) taakstellend budget in het bouwteam kan (immers) ter zake als de ‘vaste prijs’ voornoemd worden aangemerkt.

Inschrijvers krijgen zodoende in het voorkomend geval een eerlijke kans in daadwerkelijke en onvervalste mededinging op gunning van ‘de (uiteindelijke) opdracht’ (eerst uitvoering Fase 1, en mogelijk daarna uitvoering Fase 2). Een afzonderlijke aanbestedingsprocedure voor Fase 2 is dan dus niet (meer) nodig.

Hetgeen overigens ook de feitelijke strekking is van Overweging 49 (inzake het innovatiepartnerschap) van Richtlijn 2014/24/EU:

[-] Deze specifieke procedure moet aanbestedende diensten in staat stellen een innovatiepartnerschap op lange termijn aan te gaan voor de ontwikkeling en vervolgens de aankoop van nieuwe, innovatieve producten, diensten of werken, zonder dat een afzonderlijke aanbestedingsprocedure voor de aankoop nodig is, mits deze innovatieve producten of diensten of innovatieve werken geleverd kunnen worden op een afgesproken kwaliteits- en kostenniveau. [-]

Het is aldus wel zaak om tijdens de uitvoering van Fase 1 (wel) binnen de (gestelde) ‘kaders’ van de (Europese of nationale) aanbestedingsprocedure te blijven. Een goede voorbereiding van een en ander kan en zal hiertoe (natuurlijk) bijdragen.

Een strakke, gestructureerde en georganiseerde aanpak en uitvoering van Fase 1 ook. Hetgeen (natuurlijk) ook zal bijdragen aan een voorspoedige uitvoering en oplevering van het werk.

(Deels) Aanverwant:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten