Rechtmatigheid is een gegeven.
Toch, voor zover nodig, als stok achter de deur, Rechtbank Midden-Nederland 10 september 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:3919:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:3919
3.6. Als
een aanbestedende dienst een inschrijver wiens inschrijving niet voldoet aan de
formele vereisten of geschiktheidseisen, of waarop een uitsluitingsgrond van
toepassing is, niet uitsluit en de opdracht aan deze gunt, dan handelt die
dienst onrechtmatig ten opzichte van andere inschrijvers wier inschrijvingen
wel aan de eisen voldoen. De aanbestedende dienst is in beginsel op grond van
onrechtmatige daad aansprakelijk ten opzichte van een dergelijke inschrijver
indien aannemelijk is dat deze daardoor schade heeft geleden. Voor de vraag of
het bestaan van schade en een causaal verband tussen de gunning en de schade
aannemelijk is, is bepalend of (a) de opdracht aan de betreffende inschrijver
zou zijn gegund als de inschrijving niet ten onrechte aan de andere inschrijver
zou zijn gegund dan wel (b) daarop een voldoende grote kans zou hebben bestaan
(in welk geval kansschade bestaat5). Als de betreffende inschrijver door de
aanbestedende dienst als tweede werd beoordeeld en gerangschikt, moet als
uitgangspunt worden aangenomen dat de opdracht aan hem of haar zou zijn gegund
en dat de betreffende inschrijver schade lijdt in de vorm van winstderving,
tenzij de aanbestedende dienst aan de hand van feitelijke en concrete gegevens
duidelijk maakt dat dat anders is. Dat kan slechts bij uitzondering worden
aangenomen.
[…]
Terzijde: De ‘5’ bij ‘(in welk
geval kansschade
bestaat5)’ voornoemd is een voetnoot en verwijst onder aan het vonnis naar:
‘Vgl. HR 19 juni 2015,
ECLI:NL:HR:2015:1683, rov. 3.7.2.’.
3.20. Uit
het voorgaande volgt dat - gelet op wat in 6.2 van de Aanbestedingsleidraad is
bepaald en gelet op de uitsluitingsgrond in onderdeel 3.5 van de Eigen
verklaring - Gemeente Utrecht PromoBase Utrecht B.V. i.o. vanwege
onvolledigheid dan wel onjuistheid van de inschrijving van verdere deelname had
moeten uitsluiten. Dat heeft Gemeente Utrecht niet gedaan: zij heeft de
opdracht aan PromoBase Utrecht B.V. i.o. gegund. Daarmee heeft zij onrechtmatig
gehandeld ten opzichte van [eiseres] .
[…]
3.27. Nu de gunningsbeslissing onrechtmatig is jegens [eiseres] en [eiseres] de als tweede gerangschikte inschrijver was, moet gelet op wat in 3.6 werd overwogen als uitgangspunt worden aangenomen dat de opdracht aan [eiseres] zou zijn gegund en is het bestaan van schade en een causaal verband tussen de gunningsbeslissing en die schade in beginsel gegeven. Daarmee is in beginsel gegeven dat Gemeente Utrecht en opzichte van [eiseres] aansprakelijk is. De vraag is dus of Gemeente Utrecht feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die tot de conclusie leiden dat schade en/of een causaal verband desondanks ontbreken.
De gemeente blijkt geen voldoende aannemelijke feiten en omstandigheden,
die tot de conclusie leiden dat schade en/of een causaal verband (desondanks)
ontbreken, aan te (kunnen) voeren:
3.34. De
conclusie is dat aannemelijk is dat [eiseres] schade heeft geleden als gevolg van
de onrechtmatige gunningsbeslissing. Gemeente Utrecht is dus aansprakelijk ten
opzichte van [eiseres] .
[…]
3.36. Op grond van artikel 612 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het aan de rechter om te beoordelen of de schade in dezelfde procedure kan worden begroot dan wel (indien partijen geen minnelijke regeling bereiken) zal moeten worden opgemaakt bij staat. De rechtbank zal zich bij haar beslissing hierover richten op de (huidige) wensen en belangen van partijen, nu de rechtbank inmiddels een beslissing heeft genomen over de aansprakelijkheid. Daarom zal de rechtbank bepalen dat [eiseres] in de gelegenheid wordt gesteld om zich bij akte uit te laten over de vraag of zij wenst (a) dat de schade in deze procedure wordt begroot dan wel (b) dat de rechtbank volstaat met een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat. Indien [eiseres] begroting van haar schade in deze procedure wenst, wordt zij in de gelegenheid gesteld om - in diezelfde akte - kenbaar te maken wat het door haar gewenste verloop van de procedure is en in het bijzonder binnen welke termijn zij in staat zal zijn haar schade te specificeren en onderbouwen. Gemeente Utrecht mag op de akte van [eiseres] reageren.
De navolgende jurisprudentie is ook relevant in verband met aansprakelijkheid en schadevergoeding bij, of in verband met, aanbestedingen:
HvJEU 26 november 2015 in zaak C-166/14 (MedEval)
Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:4916
Rechtbank Rotterdam 21 september 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7915
Rechtbank Gelderland 11 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1135
Rechtbank Gelderland 18 november 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7721
Rechtbank Amsterdam 14 oktober 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9752
Hof Arnhem-Leeuwarden 8 juli 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5475
En lees verder ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2016/02/uitvoeringseisen.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten