dinsdag 22 februari 2022

“Zien zij wat er aan extra’s bijkomen”

Geen verrassing.

Het hoger beroep van Rechtbank Midden-Nederland 13 december 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:6023 levert de aanbestedende dienst praktisch en feitelijk niets op in Hof Arnhem-Leeuwarden 22 februari 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1307:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2022:1307

3.12        Het hof is van oordeel dat onder meer uit dit voorbeeld met betrekking tot de (programmering van) het Mainstage blijkt, dat deze Aanbesteding niet voldoet aan de daaraan vanuit de beginselen van transparantie en gelijkheid te stellen eisen. Het hof is van oordeel dat uit dit voorbeeld en die hiervoor aangehaalde toelichting van Stagelight blijkt dat de Aanbesteding niet voldoet aan de vanuit beginselen van transparantie en gelijkheid te stellen eisen: wordt nu om een installatie gevraagd die in beginsel alle acts moet kunnen bedienen, of gaat het om een meer beperkte basisinstallatie waarop voor sommige optredens noodzakelijke uitbreidingen apart moeten worden bijgehuurd.

De Combinatie heeft aldus ook in hoger beroep voldoende aannemelijk gemaakt dat op basis van de in de Aanbestedingsleidraad en de NVI’s versterkte informatie geen passende en concurrerende inschrijving kan worden gedaan. Uit het voorgaande blijkt dat voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de juiste draagwijdte van de uitvraag wat betreft de basisinstallatie en waaraan deze moet voldoen, niet is vast te stellen. Tevens volgt uit het voorgaande dat de verschillende inschrijvers (in casu de Combinatie en Stagelight) de uitvraag op verschillende wijze konden begrijpen (en ook hebben begrepen).

Aan de kant van Floriade als aanbesteder leidt dat tot een situatie waarin deze de offertes van (in ieder geval Stagelight en De Combinatie) niet op een door de aanbestedingsbeginselen voorgeschreven wijze heeft kunnen beoordelen. Dat wordt het meest pregnant, naast uit het bovenstaande, duidelijk uit wat de directeur van Stagelight daarover ter zitting desgevraagd heeft gezegd:

Dat is het principe van wat er gekozen is van de basisinstallatie en de extra’s die dan ook weer in de prijslijst beschreven staan waaraan in het format zelf vorm was gegeven. Je kan nooit alles pakken en daarom heet het ‘basisinstallatie’. Het is hier een aanbestedende dienst. Op het moment dat zij offertes vergelijken, zien zij wat door de partijen is aangeboden en zien zij wat er aan extra’s bijkomen. Het exacte prijskaartje voor Floriade is dus niet te bepalen.”(onderstreping hof).

Hieruit blijkt dat de offertes niet (goed) met elkaar konden worden vergeleken, omdat wat de ene inschrijver tot de basisinstallatie meende te moeten rekenen (en daarmee in de inschrijfprijzen rekening hield) voor de andere inschrijver een “extra” betrof waarvoor, indien om die extra apparatuur of om extra personeel werd gevraagd, een factuur kon worden gestuurd aan de Floriade en aldus de prijs daarvan niet in de inschrijfprijs is meegenomen.

Nu het onderdeel “prijs” voor 50% meeweegt in beide percelen, is het gelijkheidsbeginsel hierdoor op een niet geringe wijze geschonden. Reeds daarom kan deze aanbesteding niet in stand blijven.

3.13        Datzelfde geldt voor de wijze waarop binnen het onderdeel “prijs” de “prijslijst voor aanvullende huur”(waarop een maximale score van 10.000 punten kon worden gescoord) is beoordeeld. Aan dit bezwaar van de Combinatie komt het hof op grond van de devolutieve werking toe nu grief 8 (zie hierna rov 3.14) slaagt.

In punt 44 en 45 van haar pleitnota in eerste aanleg heeft de Combinatie aangevoerd dat de wijze waarop de aanvullende prijslijst wordt beoordeeld niet juist is, omdat niet de prijzen zelf zijn beoordeeld, maar de prijslijst als zodanig (op uiterlijk en toegankelijkheid).

Met de Combinatie is het hof van oordeel dat dat zich niet verdraagt met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie. Door een element uit het gunningscriterium prijs kwalitatief te beoordelen en niet op de geoffreerde prijzen voor aanvullende huur, zoals in de gunningsmatrix staat (pagina 34 en 35 van de Aanbestedingsleidraad) is ook op dit onderdeel het aanbestedingsrecht geschonden. Ook daarom kan deze aanbesteding niet in stand blijven.

De grieven 1 tot en met 5 falen.

Het leek mij overigens (ook) al een grote ‘uitdaging’ om dit, zie het vonnis in eerste aanleg van Rechtbank Midden-Nederland, transparant te (gaan) beoordelen en waarderen:

2.6.1.      Voor perceel 1 wordt de beste prijs-kwaliteitsverhouding als volgt bepaald.

Prijs

Het criterium prijs bestaat uit de volgende drie onderdelen, waarvoor in totaal maximaal 50.000 punten kunnen worden behaald:

1. offerte hardware techniek op basis van locaties gepresenteerd in bijlage B (20.000 punten)

2. offerte personele inzet op basis van dagtarief (20.000 punten)

3. prijslijst voor aanvullende huur (10.000 punten).

[…]

2.6.2.      Voor perceel 2 wordt de beste prijs-kwaliteitsverhouding als volgt bepaald.

Prijs

Het criterium prijs bestaat uit de volgende vier onderdelen waarvoor in totaal maximaal 50.000 punten kunnen worden behaald:

1. offerte hardware techniek basisinstallatie op basis van locaties gespecificeerd in bijlage B (20.000 punten)

2. offerte personele inzet op basis van dagtarief (10.000 punten)

3. offerte casus omschreven in bijlage A (10.000 punten)

4. prijslijst voor aanvullende huur (10.000 punten).

[…]

Ben (dus) benieuwd wat men daar in de, op korte termijn af te ronden, heraanbesteding mee heeft gedaan.

Over het vonnis in eerste aanleg:

https://keesvandewater.blogspot.com/2021/12/kruimeltjes-appel-en-peren-en-een.html


Geen opmerkingen:

Een reactie posten