‘Aanhangig’ (maken) is voor een adequate werking van de contractuele
vervaltermijn niet voldoende.
Je moet in de aanbestedingsstukken ook iets doen met ‘betekenen’ in de zin van (voor een gemeente) artikel 49 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering:
Ten aanzien van een rechtspersoon als bedoeld in
artikel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de Staat,
geschiedt de betekening ter plaatse waar het bestuur zitting of kantoor houdt,
of aan de persoon of de woonplaats van het hoofd van dat bestuur. Indien
afschrift van het exploot wordt gelaten aan een bestuurder of aan een persoon
die daartoe is aangewezen, is het exploot gedaan aan de rechtspersoon in
persoon.
Zo blijkt uit het vonnis Rechtbank Den Haag 31 mei 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:7937:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:7937
4.1. DJI
heeft zich primair op het standpunt gesteld dat Nouzorg niet-ontvankelijk is in
haar vorderingen. Volgens DJI is de dagvaarding in deze kortgedingprocedure
betekend op 9 mei 2023 en dus buiten de in de aanbestedingsstukken vermelde
vervaltermijn, die op 3 mei 2023 is geëindigd. De mogelijkheid om bezwaar te maken
tegen de afwijzingsbeslissing is daarmee op 3 mei 2023 vervallen, aldus DJI.
4.2. In
de brief van 18 april 2023 is vermeld dat bezwaar kan worden gemaakt tegen de
voorlopige gunningsbeslissing door binnen vijftien kalenderdagen na de
verzending van de gunningsbeslissing een kort geding (letterlijk staat er:) aanhangig te maken. In artikel 125 lid 1
van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is bepaald dat het geding
in een dagvaardingsprocedure aanhangig is vanaf de dag van dagvaarding. Zoals Nouzorg
terecht heeft betoogd heeft de Hoge Raad in zijn uitspraak van 3 juni 2016
(ECLI:NL:HR:2016:1087) geoordeeld dat dit in kortgedingprocedures anders is,
omdat (samengevat) de eiser bij een kort geding voordat hij zijn
kortgedingdagvaarding kan laten betekenen een datum voor de behandeling van dat
kort geding moet vragen, door een aanvraagformulier en een conceptdagvaarding
aan de voorzieningenrechter te sturen. Vervolgens moet de eiser de verkregen
datum voor het kort geding binnen twee dagen aan de gedaagde meedelen en de
gedaagde de conceptdagvaarding toesturen. Dit betekent dat over het algemeen
dus al voordat de dagvaarding aan de gedaagde wordt betekend aan de gedaagde is
medegedeeld dat, wanneer en waarover een kort geding zal plaatsvinden. Daarom,
zo overweegt de Hoge Raad, is het kort geding ‘aanhangig’ zodra de bedoelde
mededeling is gedaan, dan wel de dagvaarding is uitgebracht.
4.3. Uit
de door Nouzorg overgelegde correspondentie blijkt dat de advocaat van Nouzorg
op 1 mei 2023 de conceptdagvaarding aan DJI heeft toegestuurd, met daarbij het
bericht van het bureau voorzieningenrechter waarin de datum en het tijdstip van
de mondelinge behandeling van het kort geding zijn vermeld. Verder is gebleken
dat Nouzorg de conceptdagvaarding en het bericht van de dagbepaling op 1 mei
2023 aan DJI heeft toegezonden via de digitale berichtenmodule CTM. Vervolgens
heeft de advocaat van DJI op 2 mei 2023 een bericht gestuurd aan het bureau
voorzieningenrechter met de mededeling dat aan DJI niet is verzocht om
verhinderdata door te geven, maar dat desondanks zal worden nagegaan of alle
betrokken personen bij de mondelinge behandeling aanwezig kunnen zijn.
4.4. Het
voorgaande betekent dat Nouzorg heeft aangetoond dat zij de datum van de
mondelinge behandeling van het kort geding en de conceptdagvaarding vóór 3 mei
2023 aan DJI heeft toegezonden, terwijl uit het bericht van de advocaat van DJI
blijkt dat DJI ook daadwerkelijk voor 3 mei 2023 van deze datum en de inhoud
van de conceptdagvaarding op de hoogte was. In lijn met de overwegingen van de
Hoge Raad in het in 4.2. genoemde arrest, heeft Nouzorg de onderhavige
kortgedingprocedure daarmee tijdig aanhangig gemaakt. De door DJI genoemde
hypothetische mogelijkheid dat de conceptdagvaarding na de vervaltermijn kan
worden aangevuld of gewijzigd en dat dat in strijd zou zijn met het
gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel, leidt in dit geval niet tot
een ander oordeel. De advocaat van Nouzorg heeft uitdrukkelijk gesteld dat de
betekende dagvaarding niet afwijkt van de conceptdagvaarding, en dat heeft DJI
niet weersproken. Buiten beschouwing kan daarom blijven wat van een andere
handelwijze het gevolg kan zijn. Nouzorg is ontvankelijk in haar vorderingen.
Pas verder dus ook op, wat er (uiteindelijk) in de gunningsbeslissing wordt vermeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten