maandag 8 maart 2021

Serieus nemen

Vorige week dacht ik nog bij Rechtbank Den Haag 24 december 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:14346: 

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:14346

 

4.1.         Op grond van artikel 2.130 van de Aanbestedingswet 2012 dient de mededeling van de gunningsbeslissing onder meer de relevante redenen voor die beslissing te bevatten, waaronder in ieder geval dient te worden verstaan de kenmerken en voordelen van de uitgekozen inschrijving. […] 

Wanneer zou Rechtbank Den Haag eindelijk door hebben, dat artikel 2.130 leden 1 en 2 Aanbestedingswet 2012 als volgt luidt:

 

“1.          De mededeling van de gunningsbeslissing aan iedere betrokken inschrijver of betrokken gegadigde bevat de relevante redenen voor die beslissing, alsmede een nauwkeurige omschrijving van de opschortende termijn, bedoeld in artikel 2.127, eerste lid, die van toepassing is.

2.            Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder relevante redenen in ieder geval verstaan de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de raamovereenkomst.”? 

En dat het in kwestie dus, zie overigens ook artikel 55 lid 2 sub c Richtlijn 2014/24/EU, gaat om de kenmerken en ‘relatieve’ voordelen. 

Zie bijvoorbeeld ook deze Blog

Rechtbank Den Haag 12 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:1931 lijkt het inmiddels deels, want zie ook nog steeds rechtsoverweging 5.3 van het vonnis, door te hebben: 

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1931

 

5.6.         Artikel 2.130 Aw 2012 bepaalt dat de gunningsbeslissing de kenmerken en relatieve voordelen van de winnende inschrijving moet bevatten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze voldoende blijken uit de gunningsbeslissing. Vermeld is - naast de scores op alle onderdelen van beide inschrijvers - om welke redenen Drentea hogere scores heeft gekregen dan R&G. Die toelichting is weliswaar in algemene bewoordingen gegeven, maar die bewoordingen sluiten logischerwijs aan bij de gehanteerde beoordelingsmaatstaf. De toelichting is summier, maar de op een aanbestedende dienst rustende motiveringsverplichting reikt niet zover dat hij gehouden is afgewezen inschrijvers meer gedetailleerd opgave te doen van de aanbieding van de winnende inschrijver; het ligt in de rede dat die aanbieding bedrijfsvertrouwelijke informatie bevat die de aanbestedende dienst niet prijs mag geven. Dat is precies waar de Staat zich in dit geval ook op beroept: gaat hij verder in de motivering dan geeft hij vertrouwelijke informatie over de inschrijving van Drentea prijs en dat kan en wil hij niet. De voorzieningenrechter begrijpt dat het frustrerend kan zijn voor een afgewezen inschrijver zoals R&G, maar de voorzieningenrechter kan dit beroep van de Staat niet wezenlijk beoordelen op gegrondheid. Nu geconstateerd is dat (enige) toelichting is gegeven aan de hand waarvan een voorstelling te maken is waarop Drentea het ‘beter doet’ dan R&G, leidt een en ander tot de conclusie dat de primaire vorderingen van R&G zullen worden afgewezen. 

Het vonnis stemt overigens tot droefenis. 

Immers, uit het vonnis volgt ook:

 

3.2.         Onder meer R&G en Drentea hebben tijdig een inschrijving ingediend voor de opdracht. Op 9 oktober 2020 heeft de Staat aan R&G bericht voornemens te zijn de opdracht aan Drentea te gunnen. De brief bevat een tabel met de inschrijfprijzen en scores op de subgunningscriteria van alle geldige inschrijvers en een toelichting op de scores van R&G. Uit de tabel volgt dat de inschrijving van Drentea op alle vier de subgunningscriteria de maximale score van een 10 heeft gescoord (“uitstekend”) en de inschrijving van R&G voor drie subgunningscriteria een 8 (“goed”) en voor één subgunningscriterium een 10. Daarnaast vermeldt de brief:

Motivering winnende inschrijver

De winnende Inschrijving scoorde op gunningscriterium 1 beter op de concrete uitwerking en effectiviteit van de maatregelen om de continuïteit en tijdigheid te borgen en piekbelastingen goed te kunnen managen.

De winnende Inschrijving scoorde op gunningscriterium 2 beter op het smart omschrijven van de klachtenprocedure en de maatregelen om te borgen dat de sleutelfunctionarissen passen bij de Deelnemer.

De winnende Inschrijving scoorde op gunningscriterium 3 beter op de concreetheid en SMART beschrijving van het afwegingskader en het businessmodel. 

Het gaat daarbij om de ‘economisch meest voordelige inschrijving vastgesteld op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding’? 

Echt? 

Met ‘beter op het smart omschrijven van’ en ‘beter op de concreetheid en SMART beschrijving’? 

Nee. Hooguit ‘procesmatig’. En wellicht vanuit de in de aanbestedingsstukken gehanteerde beoordelingsmaatstaf, waartegen in de aanbestedingsprocedure geen bezwaar is gemaakt. 

De ‘actieagenda Beter Aanbesteden’ van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat? 

Van juist de Staat zou je dan (mogen) verwachten, dat hij laat zien, dat aanbesteden wèl ergens over gaat, en (dus) serieus genomen moet worden. 

Lees verder ook: 

https://keesvandewater.blogspot.com/2017/02/motivering-relevante-redenen.html 

en 

https://keesvandewater.blogspot.com/2019/06/smart.html 

en 

https://keesvandewater.blogspot.com/2018/08/bekendmaken-prijzen.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten