donderdag 4 maart 2021

Onvolledige inschrijving

Het komt in de praktijk (helaas) niet zelden voor, dat inschrijvers de (laatste) nota van inlichtingen niet meenemen, en daardoor verkeerde inschrijvingsdocumenten gebruiken bij hun inschrijving.

Ook komt het in de praktijk met regelmaat voor, dat een inschrijver bij een fout / gebrek in de inschrijving zich beroept op een door hem afgegeven verklaring die is opgenomen op (bijvoorbeeld) een inschrijvingsbiljet of een eigen verklaring, dat door hem ‘besteksconform’ met inachtneming van de aanbestedingsstukken is/wordt ingeschreven. Een en ander om de, voor een herstel van de fout / het gebrek vereiste, echte ‘bedoeling’ aan te geven. Daar redt men het echter doorgaans niet mee. En zeker niet wanneer in de aanbestedingsstukken ‘sancties’ zijn opgenomen. 

Zie bijvoorbeeld Rechtbank Den Haag 12 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:1927: 

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1927

 

5.2.         Vaststaat dat R&G een verkeerd prijsformulier met haar inschrijving heeft ingediend. Het door R&G ingediende formulier betreft een oudere versie, die met de eerste Nota van Inlichtingen is gepubliceerd. Deze versie is door de Staat op 4 augustus 2020 (opnieuw) gecorrigeerd, ten tijde van de verschijningsdatum van de tweede Nota van Inlichtingen. De correctie betreft een aanpassing van de bekleding van zogenoemde 24-uursstoelen. In het door R&G ingevulde prijsformulier staan 24-uursstoelen uitgevraagd van het type “normaal” met bekleding “kunstleer”, van het type “observatie” met bekleding “kunstleer”, van het type “normaal” met bekleding “gestoffeerd” en van het type “observatie” met bekleding “gestoffeerd”. Het aangepaste, juiste, prijsformulier vraagt om een prijsopgave voor 24-uursstoelen van het type “normaal” met bekleding “leder”, van het type “observatie” met bekleding “leder”, van het type “normaal” met bekleding “combinatie leder/gestoffeerd” en van het type “observatie” met bekleding “combinatie leder/gestoffeerd”.

5.3.         Het voorgaande betekent in feite dat de inschrijving van R&G onvolledig is; haar inschrijving bevat - naar de letter - geen prijsopgave voor de uitgevraagde stoelen met lederen bekleding. Dat R&G in haar inschrijfbiljet heeft verklaard bereid te zijn de opdracht uit te voeren voor de geoffreerde prijs, maakt dat niet anders. Anders dan R&G kennelijk betoogt, leidt die algemene verklaring er niet toe dat voornoemde onvolledigheid is hersteld.

5.4.         Het Beschrijvend Document van deze aanbesteding bevat in paragraaf 4.2.3. de bepaling dat een inschrijving ongeldig zal worden verklaard en uitgesloten zal worden van de verdere procedure bij afwezigheid of onvolledigheid van de prijsinvulformulieren. Om deze reden is geen plaats voor het bieden van herstel. Volgens vaste jurisprudentie kan het bieden van een mogelijkheid tot herstel immers niet aan de orde zijn als volgens de aanbestedingsstukken ontbrekende stukken of ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet(en) worden verstrekt (Manova-arrest, HvJEU 10 oktober 2013, C-336/12).

5.5.         R&G heeft betoogd dat zij er bij haar inschrijving van uit is gegaan lederen stoelen aan te bieden en dat de door haar ingevulde prijzen daar dus betrekking op hebben. Volgens R&G had de Staat dat zonder meer moeten begrijpen, omdat het prijsformulier nu juist op verzoek van R&G was aangepast. In dat standpunt volgt de voorzieningenrechter R&G niet, omdat een en ander niet uit de inschrijving zelf kenbaar is. De Staat diende bij de beoordeling alleen informatie uit de inschrijving zelf te betrekken. De primaire vorderingen zullen dan ook worden afgewezen. 

En lees ook: 

https://keesvandewater.blogspot.com/2018/09/de-bedoeling.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten