Er lijkt bij zowel ‘LP’ als bij ‘BPKV’ sprake van een bestendige lijn
bij Rechtbank Rotterdam.
Zie namelijk Rechtbank Rotterdam 28 februari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1708:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2022:1708
5.10. Het
gaat hier om een aanbesteding met als gunningscriterium EMVI. Naar het oordeel
van de voorzieningenrechter mocht WSHD in haar afwijzingsbrief aan Kraakman
volstaan met de mededeling dat Zuidtec had ingeschreven met een substantieel
lagere inschrijvingsprijs. Daarmee is genoegzaam voldaan aan de voorwaarde dat
de relevante reden is medegedeeld. Het is immers aan Kraakman zonder meer
duidelijk waarom zij niet de winnende inschrijving had. De motiveringsplicht
gaat ook niet zover dat Kraakman het recht had om te vernemen met wélke lagere
prijs Zuidtec had ingeschreven. Het is (voldoende) relevant om te vernemen dát
een andere inschrijver op een aanbesteding met als gunningscriterium EMVI
goedkoper was.
5.11. Bovendien
staat in artikel 2.3.1 sub 9 van de Leidraad dat bedrijfsvertrouwelijke
gegevens niet zullen worden gedeeld met derden, tenzij daartoe gehouden door
wettelijk voorschrift. Een wettelijk voorschrift dat verplicht tot het kenbaar
maken van de laagste inschrijvingsprijs bestaat niet. Een aanbestedende dienst
is volgens bestendige jurisprudentie van het Hof van Justitie ook gehouden om
te handelen op de wijze zoals zij zelf van tevoren heeft beschreven in de
aanbestedingstukken. Ook het bepaalde in de Leidraad verzet zich derhalve tegen
het kenbaar maken van de laagste (totaal)prijs.
De voorzieningenrechter tekent hierbij nog aan dat
aannemelijk is dát de inschrijfprijs bedrijfsvertrouwelijke informatie omvat.
WSHD en Zuidtec hebben ter zitting verklaard dat met kennis van de (totale)
inschrijvingsprijs van Zuidtec de prijs van de door haar aangeboden tractoren
makkelijk te herleiden is. De voorzieningenrechter stelt vast dat Kraakman en
Zuidtec beide opereren op eenzelfde, zeer specifieke markt en Zuidtec - naar
zij ter zitting heeft toegelicht - Kraakman als een belangrijke concurrent
kwalificeert. In die concurrentie speelt prijs uiteraard een wezenlijke rol.
Onder deze omstandigheden acht de voorzieningenrechter het gerechtvaardigd dat
WSHD de door Zuidtec geboden prijs niet openbaart.
De balans tussen bescherming van vertrouwelijke
gegevens en een effectieve rechtsbescherming is voor Kraakman in voldoende mate
gewaarborgd nu Kraakman weet dat haar inschrijvingsprijs hoger was dan die van
Zuidtec. De gunningsbeslissing voldoet ook overigens aan het bepaalde in
artikel 2.130 lid 1 van de Aanbestedingswet 2012.
En Rechtbank Rotterdam 13 juli 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7960:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2018:7960
4.15. Het
gaat hier om een aanbesteding met als gunningscriterium de laagste prijs. Naar
het oordeel van de voorzieningenrechter mochten de Waterschappen in hun
afwijzingsbrief aan KPN volstaan met de mededeling dat Proxsys had ingeschreven
met de laagste prijs. Daarmee is genoegzaam voldaan aan de voorwaarde dat de
relevante reden is medegedeeld. Het is immers aan KPN zonder meer duidelijk
waarom zij niet de winnende inschrijving had. De motiveringsplicht gaat ook
niet zover dat de Waterschappen aan KPN haar plaats in de rangorde kenbaar
hadden moeten maken. Evenmin gaat de motiveringsplicht zover dat KPN het recht
had om te vernemen met wélke lagere prijs Proxsys had ingeschreven. Het is
(voldoende) relevant om te vernemen dát een andere inschrijver op een
aanbesteding met als gunningscriterium de laagste prijs, goedkoper was.
4.16. Bovendien
staat in de Inschrijvingsleidraad (zie rov. 2.4) dat bedrijfsvertrouwelijke
gegevens niet zullen worden gedeeld met derden, tenzij daartoe gehouden door
wettelijk voorschrift. Een wettelijk voorschrift dat verplicht tot het kenbaar
maken van de laagste inschrijfprijs bestaat niet. En een aanbestedende dienst
is volgens bestendige jurisprudentie van het Hof van Justitie gehouden om te
handelen op de wijze zoals zij zelf van tevoren heeft beschreven in de
aanbestedingstukken. Ook het bepaalde in de Inschrijvingsleidraad verzet zich
derhalve tegen het kenbaar maken van de laagste prijs, nog daargelaten of ook
de bepalingen in de Aanbestedingswet 2012 omtrent bedrijfsgeheimen zich
hiertegen verzetten.
4.17. De
voorzieningenrechter tekent hierbij nog aan dat voorshands aannemelijk is dát
de inschrijfprijs bedrijfsvertrouwelijke informatie omvat. Proxsys heeft ter
zitting verklaard dat er binnenkort een andere, soortgelijke
aanbestedingsprocedure als hier in geding zal worden georganiseerd en dat het
niet de bedoeling is dat KPN haar inschrijfprijs in die nieuwe aanbesteding kan
afstemmen op de prijs waarmee Proxsys op de onderhavige aanbesteding heeft
ingeschreven. De voorzieningenrechter onderschrijft dit standpunt.
4.18. Het
is aan de nationale rechter om te bepalen hoe hij de balans vindt tussen
bescherming van vertrouwelijke gegevens en een effectieve rechtsbescherming
(Hof van Justitie 14 februari 2008, ECLI:EU:C:2008:91 inzake Varec
S.A.-Belgische Staat). Deze balans is in voldoende mate gewaarborgd nu KPN weet
dat haar inschrijfprijs hoger was dan die van Proxsys.
Lees (anderszins) ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2018/08/bekendmaken-prijzen.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2020/05/het-voorkomen-van-kartelvorming-enof.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2021/09/een-volledige-uitholling-van-het.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten