Niet alleen het bepaalde in artikel 2.163e lid 1 sub a Aanbestedingswet
2012 (‘behoefte aan wijziging’) wordt praktisch en feitelijk uitgelegd in het
arrest HvJEU 29 april 2025 in zaak C-452/23 (Fastned Deutschland), zie daartoe deze
Blog:
https://keesvandewater.blogspot.com/2025/04/behoefte-aan-wijziging.html
Maar ook het bepaalde in artikel 2.163d lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012:
een verandering van opdrachtnemer:
1°. niet
mogelijk is om economische of technische redenen, en
2°. tot
aanzienlijk ongemak of aanzienlijke kostenstijgingen zou leiden voor de
aanbestedende dienst, […]
Het gaat daar immers volgens het arrest om:
80 In
dat verband moet die rechter overeenkomstig artikel 43, lid 1, onder b), i) en
ii), met name nagaan of de werken of de diensten waarop de in het hoofdgeding
aan de orde zijnde wijziging betrekking heeft, vanuit economisch en technisch
oogpunt en zonder aanzienlijk ongemak of substantiële extra kosten voor de
aanbestedende dienst, niet het voorwerp konden uitmaken van een autonome
concessie, die na een openbare aanbesteding werd gegund.
En dus om:
Is het vanuit
economisch en technisch oogpunt en zonder aanzienlijk ongemak of substantiële
extra kosten voor de aanbestedende dienst, wel of niet, mogelijk om de
betreffende aanvullende werken, diensten of leveringen openbaar aan te besteden?
Als een perceel grond in het geheel in concessie, en daarmee in gebruik, is gegeven aan een concessiehouder, is het in vorenbedoeld verband in het voorkomend geval onmogelijk om een deel van het perceel in concessie te geven aan een derde ten behoeve van de exploitatie van laadpalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten