woensdag 14 april 2021

Inherent subjectief van aard

De ‘nadere criteria’ genoemd in artikel 2.115 Aanbestedingswet 2012 zijn niet alle per se ‘inherent subjectief van aard’, maar (toch) interessant en vermeldenswaard, Hof Den Haag 17 november 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2825:

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:2825

 

5.12        Anders dan [appellante] betoogt, betekent het feit dat twee verschillende beoordelingscommissies één en dezelfde inschrijving in het licht van één en hetzelfde (nadere) criterium van uiteenlopende waarderingen voorzien, niet dat dat criterium ondeugdelijk is. Het transparantiebeginsel vereist naar vaste rechtspraak dat (onder andere) de gunningscriteria duidelijk, nauwkeurig en ondubbelzinnig zijn geformuleerd in de aanbestedingsdocumentatie, zodat, enerzijds, alle redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijvers de juiste draagwijdte ervan kunnen begrijpen en het op dezelfde manier kunnen interpreteren, en, anderzijds, de aanbestedende dienst in staat is om daadwerkelijk na te gaan of de inschrijvingen aan de criteria voldoen. […] Uit de artikelen 2.114 en 2.115 Aanbestedingswet 2012, waarmee bepalingen van Richtlijn 2014/24/EU […] zijn omgezet, volgt dat aanbestedende diensten hun opdrachten in beginsel moeten gunnen op basis van de BPKV en dat zij deze BPKV moeten beoordelen aan de hand van nadere criteria met betrekking tot kwalitatieve aspecten van de opdracht. Omdat dergelijke aspecten inherent subjectief van aard zijn, heeft de (Unie)wetgever daarmee aanvaard dat overheidsopdrachten worden gegund op basis van een (deels) subjectieve waardering. Het enkele feit dat de twee beoordelingscommissies hier tot uiteenlopende waarderingen zijn gekomen, betekent daarom niet dat Subcriterium 1.3 – Uitvoeringsmethode ondeugdelijk was. Bovendien is de tweede commissie van een andere beoordelingssystematiek uitgegaan dan de eerste, namelijk een systematiek waarin de waardering niet lager dan een zes kan zijn als de inschrijving aan de gestelde eisen voldoet. 

En een in beginsel subjectieve beoordeling wordt geobjectiveerd door een adequate invulling van het motiveringsbeginsel. 

Zie bijvoorbeeld: 

https://keesvandewater.blogspot.com/2020/02/een-deugdelijke-motivering.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten