Eerder was dit, uit de Conclusie van de Staatsraad Advocaat-Generaal
(AG) mr. R.J.G.M. Widdershoven d.d. 25 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1421,
relevant:
2.5 […] Volgens
een algemeen (en ook door mij) gehanteerde definitie is sprake van schaarse
publieke rechten "als de som van de omvang van de aanvragen het aantal
beschikbare publieke rechten overtreft". (zie noot 6) Deze definitie impliceert dat het aantal beschikbare
publieke rechten beperkt is en dat voor wat betreft het aantal te verlenen
rechten een maximum of plafond bestaat. Dat plafond kan voortvloeien uit de
schaarste aan beschikbare natuurlijke hulpbronnen (fysieke schaarste) of aan bruikbare
technische mogelijkheden (technische schaarste), maar kan ook om beleidsmatige
redenen worden vastgesteld. […]
Thans is volgens Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 23 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3399 relevant:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2025:3399
7. Het
college betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de verleende subsidie
een begrotingssubsidie is, als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van
de Awb. Het college wijst erop dat de gemeenteraad de begroting vaststelt en
dat de raad een politiek vertegenwoordigend orgaan is. Een begrotingssubsidie
kent geen plafond van toe te kennen subsidiegelden en is daarom per definitie
niet schaars. Ook heeft de rechtbank ten onrechte het bestaan van meer (potentiële) gegadigden gezien als reden om aan
te nemen dat het om een schaars recht gaat.
[…]
10. Ook
bij een begrotingssubsidie kan er sprake zijn van schaarste. Zoals de rechtbank
terecht heeft overwogen waren er meer (potentiële) gegadigden voor deze
subsidie. Partijen zijn het er over eens dat Negen als gevolg van de
subsidieverlening aan Vorkmeer geen aanspraak meer kon maken op de middelen die
door de gemeenteraad beschikbaar zijn gesteld voor de
combinatiefunctionarissen. Het college wilde niet meer partijen subsidiëren om
als werkgever van de combinatiefunctionarissen op te treden. Nu er sprake was
van meer gegadigden voor deze begrotingssubsidie ging het wel degelijk om
schaarse subsidiemiddelen.
Gelet op Didam-II (Hoge Raad 15 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1661):
3.1.2 De in
de rov. 3.1.4-3.1.6 van het Didam-arrest geformuleerde regels zijn, met
toepassing van art. 3:14 BW, gebaseerd op de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur. […]
Is ‘schaarste’‘ mogelijk ook wel niet (meer) relevant voor (het aannemen van) de ‘mededingingsnorm’ (‘gelijke kansen’) en de ‘transparantienorm’ (‘passende mate van openbaarheid’).
Er hoeft door het bestaan en de toepassing van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ook geen ‘schaarste’ verdeeld te worden.
Hoe dan ook.
Een recht op betaling (dat voortvloeit) uit een overheidsopdracht, een privaatrechtelijke overeenkomst, is nooit een ‘schaars (publiek) recht’.
Er zijn namelijk niet ‘meer (potentiële) gegadigden voor deze’ betaling dan de betreffende opdrachtnemer met wie de overeenkomst is aangegaan en uitgevoerd, en op grond waarvan de opdrachtnemer (als enige) recht heeft op betaling door de opdrachtgever.
Het recht op betaling volgt immers (pas), ontstaat, uit het uitvoeren van de overeenkomst, en in dat ‘stadium’ zijn er niet ‘meer (potentiële) gegadigden’ dan degene die de overeenkomst heeft uitgevoerd.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2025/03/aanbestedingsrecht-is-ook-geen.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten