vrijdag 25 juli 2025

Een rectificatie van de aankondiging

Artikel 2.163g lid 3 sub a Aanbestedingswet 2012 luidt als volgt:


Een wijziging van een overheidsopdracht is in ieder geval wezenlijk indien:

a.             de wijziging voorziet in voorwaarden die, als zij deel van de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure hadden uitgemaakt, de toelating van andere dan de oorspronkelijk geselecteerde gegadigden of de gunning van de overheidsopdracht aan een andere inschrijver mogelijk zouden hebben gemaakt of bijkomende deelnemers aan de aanbestedingsprocedure zouden hebben aangetrokken

Zo’n ‘wezenlijke wijziging’ vereist dan ook een ‘rectificatie’. Zie daartoe artikel 2.67 Aanbestedingswet 2012:

1.            De aanbestedende dienst kan een rectificatie van een eerder gedane aankondiging bekendmaken.

2.            De bekendmaking van de rectificatie geschiedt langs elektronische weg met gebruikmaking van het elektronische systeem voor aanbestedingen.

3.            De aanbestedende dienst gebruikt voor de bekendmaking van de rectificatie het daartoe door middel van het elektronische systeem voor aanbestedingen beschikbaar gestelde formulier.

En artikel 4.14 lid 1 sub h Aanbestedingswet 2012:


Onze Minister stelt door middel van het elektronische systeem van aanbesteden de door de Europese Commissie met inachtneming van artikel 33, eerste lid, van richtlijn 2014/23/EU, de artikelen 51, eerste lid, 75, derde lid, en 79, derde lid, van richtlijn 2014/24/EU en artikel 71, eerste lid, van richtlijn 2014/25/EU vastgestelde formulieren beschikbaar voor:

[…]

h.            rectificatie van een aankondiging;

[…]

Zo wordt de ‘gehele markt’ dan (dus) op de hoogte gebracht van de betreffende wezenlijke wijziging van de (eerder aangekondigde) opdracht, en kan men (opnieuw) besluiten, om wel of niet in te schrijven.

Het niet rectificeren van een wezenlijke wijziging betekent een risico voor de aanbestedingsprocedure, zo blijkt uit het vonnis Rechtbank Rotterdam 16 juli 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:8940:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2025:8940


3.7.         In het Programma van Eisen van de Opdracht staat onder meer dat de maximale beschikbare breedte vijftien meter bedraagt (gemeten vanaf de kade). River Roots c.s. heeft onweersproken gesteld dat deze eis - op zichzelf en in combinatie met de overige eisen - een beperkende factor is, in die zin dat maar weinig schepen voldoen aan de combinatie van eisen. Dit brengt mee dat een verruiming van de breedte-eis wezenlijk is, zoals bedoeld in artikel 2.163g lid 3 sub a van de Aanbestedingswet 2012. Aannemelijk is dat meer marktpartijen aan de combinatie van eisen kunnen voldoen, en om die reden in de Opdracht geïnteresseerd zouden zijn geweest, als van meet af aan een ruimere breedte-eis was gehanteerd. Het standpunt van de Gemeente dat geen sprake is van een wezenlijke wijziging volgt de voorzieningenrechter dus niet.

3.8.         De Gemeente erkent in de conclusie van antwoord (randnummer 31) dat de breedte-eis in de loop van de aanbestedingsprocedure is verruimd. Rijkswaterstaat had de Gemeente laten weten dat de breedte-eis tot dertig meter kan worden verruimd. De Gemeente heeft daarover via TenderNed een bericht gestuurd dat alleen de partijen heeft bereikt die de Opdracht door middel van een button op TenderNed hadden toegevoegd aan “Mijn Aanbestedingen” en/of door middel van een button op TenderNed hadden aangegeven op de hoogte te willen worden gehouden over de Opdracht. Hiervoor is al overwogen, dat de Gemeente hiermee de voorwaarden van de Opdracht wezenlijk heeft gewijzigd.

3.9.         De wijziging van de breedte-eis is niet gecommuniceerd aan alle potentiële geïnteresseerden in de Opdracht. Partijen die niet (één van) de in 3.8. bedoelde buttons hadden aangeklikt, hebben het bericht niet ontvangen. Dat geldt ook voor partijen die wél de aanbestedingsstukken hebben gedownload, en aanvankelijk (mogelijk) geïnteresseerd waren in de Opdracht. Vast staat dat dit downloaden mogelijk is zonder te hoeven inloggen op TenderNed en zonder enige andere handeling te hoeven verrichten.

3.10.       Le Formidable heeft onweersproken gesteld dat zij de aanbestedingsdocumenten heeft gedownload. Daarmee kwalificeert zij als een potentiële geïnteresseerde, zoals ook de Gemeente en Slaapschepen erkennen. Als zodanig had zij op de hoogte moeten worden gesteld van een wezenlijke wijziging in de voorwaarden van de Opdracht en dat is niet gebeurd. Daarom is sprake van een schending van het gelijkheids- en transparantiebeginsel. De Gemeente had de wijziging van de breedte-eis moeten communiceren via bijvoorbeeld een rectificatie of het antwoord op vraag 26 van de tweede Nota van Inlichtingen, zodat de wijziging voor alle potentiële betrokkenen kenbaar was geweest.

3.11.       Aan het voorgaande doet niet af dat dat uiteindelijk Rijkswaterstaat beslist over de maximale breedte van de opvanglocatie. Relevant en voor alle potentiële geïnteresseerden van wezenlijk belang was dat Rijkswaterstaat de Gemeente had bericht dat de breedte-eis tot dertig meter kon worden verruimd. Het standpunt van Slaapschepen dat het in deze sector gemeengoed is dat de afmetingen kunnen wijzigen, leidt niet tot een ander oordeel. Ook als in aanbestedingen op deze markt steevast vragen worden gesteld over de afmetingen, rust op de aanbestedende dienst (in dit geval: de Gemeente) de verplichting om in haar antwoorden op die vragen alle informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor potentiële geïnteresseerden. Le Formidable kon in dit geval uit de antwoorden van de Gemeente op de eerste en tweede Nota van Inlichtingen - welke antwoorden neerkomen op een uitdrukkelijke afwijzing van het verzoek om (in het Programma van Eisen) de breedte-eis te heroverwegen of verruimen - niet afleiden dat de breedte-eis was verruimd en om die reden is het gelijkheids- en transparantiebeginsel geschonden. In deze situatie kan het in het midden blijven of het bericht van de Gemeente op TenderNed over de verruiming van de breedte-eis voldoende duidelijk en ondubbelzinnig was, zoals de Gemeente en Slaapschepen stellen en River Roots c.s. bestrijden.

3.12.       Omdat sprake is van een schending van het gelijkheids- en transparantiebeginsel, bevat de aanbestedingsprocedure een fundamenteel gebrek. Dat gebrek kan alleen worden hersteld door de Gemeente te verplichten om tot heraanbesteding over te gaan, als zij de Opdracht alsnog wil gunnen. Dat de Gemeente daardoor mogelijk onrechtmatig moet handelen door een overbruggingsovereenkomst te sluiten met de huidige en dat potentiële geïnteresseerden in de Opdracht in het geval van een heraanbesteding de prijs van de inschrijving van Slaapschepen kunnen uitrekenen (wat River Roots c.s. overigens betwisten), kan er niet toe leiden dat de vorderingen van River Roots c.s. worden afgewezen. Een belangenafweging is bij een fundamenteel gebrek namelijk alleen in uitzonderlijke situaties aan de orde, maar daarvan is hier geen sprake.

Of zo’n wezenlijke wijziging (slechts) middels de nota van inlichtingen kan plaats vinden, zoals de voorzieningenrechter in r.o. 3.10 van het vonnis noemt, zal afhangen van een interpretatie van het arrest HvJEU 5 april 2017 in zaak C-298/15 (Borta):

http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=189626&pageIndex=0&doclang=nl&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=693647


73           Het moet deze dienst ook zijn toegestaan om bepaalde wijzigingen aan het bestek aan te brengen, met name wat de voorwaarden en de modaliteiten voor het combineren van de beroepsbekwaamheid betreft, mits de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling en de transparantieverplichting worden geëerbiedigd.

74           Dit vereiste betekent, ten eerste, dat de betrokken wijzigingen weliswaar aanzienlijk mogen zijn, maar niet dermate wezenlijk dat zij potentiële inschrijvers zouden hebben aangetrokken die zonder deze wijzigingen geen offerte zouden kunnen indienen. Dit zou met name het geval kunnen zijn wanneer de aard van de opdracht als gevolg van de wijzigingen gevoelig verschilt van de aanvankelijk omschreven opdracht.

75           Ten tweede impliceert dit vereiste dat deze wijzigingen passend worden bekendgemaakt, zodat alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende potentiële inschrijvers daarvan in dezelfde omstandigheden en op hetzelfde moment kennis kunnen nemen.

76           Ten derde veronderstelt dit vereiste bovendien dat die wijzigingen vóór de indiening van de offertes door de inschrijvers worden aangebracht, en voorts dat de termijn voor de indiening van deze inschrijvingen wordt verlengd wanneer het om aanzienlijke wijzigingen gaat, dat de duur van deze verlenging afhankelijk is van het belang van deze wijzigingen, en dat deze duur volstaat om de belangstellende ondernemers toe te staan hun inschrijving dientengevolge aan te passen.

Ik denk (toch), zie r.o. 74 van Borta voornoemd, dat in dit geval, bij een wezenlijke wijziging in de zin van artikel 2.163g lid 3 sub a Aanbestedingswet 2012, een rectificatie van de aankondiging (eerder) aangewezen is.

Lees ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2024/12/het-aanbestedingsrechtelijke.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2017/04/wijzigingen-van-het-bestek-borta.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten