woensdag 23 juli 2025

Inkoop en aanbesteding

Het begrip ‘inkoop’ kan als een ‘functie’ worden gedefinieerd. Denk bijvoorbeeld aan:


“Inkoop is de functie binnen een gemeente die uit oogpunt van haar taak bevoegd en verantwoordelijk is voor het tegen betaling verkrijgen van werken, leveringen of diensten van derden (-ondernemers) ter verwezenlijking van (een) doelstelling (-en) van de gemeente.”

Zie ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2018/06/de-trilogie.html

Het woord ‘inkoop’ kent synoniemen zoals ‘aankoop’ en ‘verwerving’.

Kijkt men naar de considerans van de oude EU Richtlijn 71/305/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de coördinatie van de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken:


“Overwegende dat bij de gelijktijdige verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken in de Lid-Staten voor rekening van de Staat, van de territoriale en van de andere publiekrechtelijke lichamen, niet alleen de beperkingen moeten worden opgeheven, maar dat tevens de nationale procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken gecoördineerd moeten worden

[…]

Overwegende dat het, voor de ontwikkeling van een daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten, noodzakelijk is dat de door de aanbestedende diensten van de Lid-Staten opgestelde aankondigingen van opdrachten op communautair niveau bekend worden gemaakt; dat het doel van de in deze aankondigingen voorkomende inlichtingen is, de aannemers van de Gemeenschap in staat te stellen uit te maken of de voorgenomen opdrachten voor hen van belang zijn; dat zij te dien einde voldoende ingelicht dienen te worden over de te leveren prestaties en de bijbehorende voorwaarden”

En naar Overweging 1 van de huidige ‘klassieke’ Richtlijn 2014/24/EU:


“Wanneer door of namens overheden van de lidstaten overheidsopdrachten worden gegund, moeten de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) worden geëerbiedigd, met name het vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, niet-discriminatie, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. Voor overheidsopdrachten met een waarde boven een bepaald drempelbedrag moeten echter bepalingen worden opgesteld die nationale procedures voor aanbestedingen coördineren om te waarborgen dat deze beginselen in de praktijk worden geëerbiedigd en dat overheidsopdrachten worden opengesteld voor mededinging.”

Dan ziet men, dat het EU-aanbestedingsrecht niet bedoeld is als een instrument voor ‘inkoop’, maar om te voorkomen, dat de aanbestedende diensten van de EU-lidstaten bij opdrachten vanaf en hoger dan een bepaalde drempelwaarde de voorkeur geven aan nationale ondernemers.

Een en ander in verband met de verwezenlijking van een open interne EU-markt zonder grenzen door de openstelling van opdrachten vanaf en hoger dan een bepaalde drempelwaarde voor mededinging.

Zie ook het arrest HvJEU 28 april 2022 in zaak C‑642/20 (Caruter):


42           […] en ondermijnt aldus het met de Uniewetgeving ter zake nagestreefde doel om overheidsopdrachten open te stellen voor een zo groot mogelijke mededinging en om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken (arrest van 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15, EU:C:2016:404, punt 27).

En r.o. 29 van HvJEU 1 maart 2018 in zaak C-9/17 (Tirkkonen):


Er zij evenwel aan herinnerd dat het doel van richtlijn 2004/18 erin was gelegen het risico uit te sluiten dat de aanbestedende diensten bij het plaatsen van welke opdracht ook, de voorkeur geven aan nationale inschrijvers of gegadigden. […]

Het begrip ‘aanbesteding’ kent dan ook een specifieke definitie in artikel 1 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:


Aanbesteding in de zin van deze richtlijn is de aankoop door middel van een overheidsopdracht van werken, leveringen of diensten door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen ondernemers, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare bestemming hebben of niet.

Waarbij ‘overheidsopdrachten’, volgens artikel 2 lid 1 sub 5 Richtlijn 2014/24/EU, zijn:


Schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen één of meer ondernemers en één of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten

Het gaat bij het Europese aanbestedingsrecht dus niet om ‘zomaar’ inkoop, aankoop en/of verwerving.

Een in de praktijk wel eens gehoorde stelling, dat ‘aanbesteding’ niet leidt tot een ‘doelmatige inkoop’, is dus appels en peren vergelijken.

De stelling is daarbij ook goedkoop, want de EU procedure- en coördinatievoorschriften kunnen (ook) niet tot een ‘doelmatige inkoop’ leiden, want zijn niet op de inhoud van de betreffende ‘inkoop’, noch op de concrete inkoopbehoefte van de aanbestedende dienst, gericht.

Een ‘doelmatige inkoop’ zal ook niet slechts door een ‘procedure’ gerealiseerd (kunnen) worden. Daartoe zijn immers ook een inhoudelijk geformuleerde opdracht en de daarmee verband houdende noodzakelijke, voldoende, financiële middelen vereist.

‘Inkoop’ is dus niet zelden ook ‘samenwerken’.

Lees ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2024/12/de-aankondiging-als-oproep-tot.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2025/03/aanbestedingsrecht-is-ook-geen.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten