woensdag 1 augustus 2018

Klant is niet volledig koning


Rechtbank Oost-Brabant 26 juli 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:3593:


4.7.        Doel van het in artikel 1.5 Aw 2012 opgenomen ‘clusterverbod’ is dat de kansen van het MKB bij een aanbesteding worden vergroot (vgl. onder meer MvT Kamerstukken II 2009/10, 32 440, nr.3, bladzijde 54). Dat is tussen partijen ook niet in geschil, dus daar behoeft verder ook niet uitvoeriger op te worden ingegaan. Verder is duidelijk dat de toepassing van artikel 1.5. Aw 2012 in de praktijk weerbarstig blijkt te zijn. Dat is recent nog gebleken uit de Evaluatie Aanbestedingswet 2012, Brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 5 juli 2018 (Kamerstuk 34252 nr. 8), met als bijlage een schrijven van de Werkgroep “clusteren” d.d. 26 juni 2018. Ook in de brief van de Staatssecretaris en de bijlage heeft de voorzieningenrechter dè oplossing voor de problematiek niet gevonden.
4.8.        Zoals de voorzieningenrechter ter zitting al heeft opgemerkt, is vanuit het perspectief van de rechter bezien toepassing van artikel 1.5 Aw 2012 lastig. Rekbare begrippen in de wetstekst als “niet onnodig samenvoegen” en “acht slaan op” bieden geen stellig antwoord op de vraag tot welke uitkomst de feiten en omstandigheden van het geval moeten leiden. Men kan bijvoorbeeld in het leven zeer wel ergens acht op slaan en er vervolgens niets mee doen. Vanzelfsprekend behoort de rechter de wet te volgen en zich daarbij veel gelegen te laten liggen aan de strekking van artikel 1.5 Aw 2012 (het bevorderen van de kansen van MKB-bedrijven in aanbestedingen). Maar artikel 1.5. Aw 2012 blijft ook onderdeel van een groter geheel. Aanbestedingsrecht is niet louter MKB-recht. De rechter mag zijn ogen niet sluiten voor (moet ook “acht slaan op”) andere rechten en belangen die bij een aanbesteding behoren mee te wegen, zoals het uitgangspunt dat de aanbestedende dienst als klant zelf moet kunnen bepalen waaraan zij behoefte heeft en het gegeven dat het proces van aanbesteding een onderdeel van de totstandkoming van een of meer overeenkomsten is. Niet elke werking van het algemene beginsel van contractsvrijheid kan daarom worden geëlimineerd. De aanbestedende dienst is als klant bij de toepassing van artikel 1.5 Aw 2012 niet volledig koning, maar zijn wensen blijven in de afweging wel een relevante factor.

Lees ook:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten