woensdag 4 december 2019

Beperking van onderaanneming (3)


Over (het verbod van) beperking van onderaanneming (wederom) HvJEU 27 november 2019 in zaak C-402/18 (Tedeschi en Consorzio Stabile Istant Service):


37          Indien de aanbestedingsdocumenten overeenkomstig artikel 25, eerste alinea, van richtlijn 2004/18 inschrijvers ertoe verplichten om in hun inschrijvingen aan te geven welk gedeelte van de opdracht zij voornemens zijn in onderaanneming te geven en welke onderaannemers zij voorstellen, heeft de aanbestedende dienst niettemin het recht voor de uitvoering van de wezenlijke onderdelen van de opdracht te verbieden dat een beroep wordt gedaan op onderaannemers wier capaciteiten hij bij het onderzoek van de inschrijvingen en de selectie van de ondernemer aan wie de opdracht wordt gegund, niet heeft kunnen nagaan (arrest van 14 juli 2016, Wrocław - Miasto na prawach powiatu, C-406/14, EU:C:2016:562, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
38          Dat is echter niet de strekking van een nationale regeling als in het hoofdgeding, die het beroep op onderaannemers op abstracte wijze beperkt tot een bepaald percentage van de opdracht, en dit ongeacht de mogelijkheid de draagkracht en de bekwaamheid van de eventuele onderaannemers na te gaan en zonder vermelding van de wezenlijke aard van de betrokken taken. In al deze opzichten is een regeling die voorziet in een beperking, zoals de beperking van 30%, onverenigbaar met richtlijn 2004/18 (zie naar analogie arrest van 14 juli 2016, Wrocław - Miasto na prawach powiatu, C-406/14, EU:C:2016:562, punt 35).
39          Deze uitlegging strookt met het doel om overheidsopdrachten open te stellen voor een zo groot mogelijke mededinging, hetgeen de betrokken richtlijnen niet alleen ten gunste van de ondernemers nastreven, maar ook ten gunste van de aanbestedende diensten. Bovendien vergemakkelijkt zij de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten, wat ook door richtlijn 2004/18 wordt beoogd, zoals in overweging 32 ervan is verklaard (zie in die zin arrest van 10 oktober 2013, Swm Costruzioni 2 en Mannocchi Luigino, C-94/12, EU:C:2013:646, punt 34).

Lees over onderaanneming ook:


Ik haal het arrest ook aan in verband met (het) ‘open te stellen voor een zo groot mogelijke mededinging’ uit r.o. 39 voornoemd.

Er blijken in de praktijk immers nog steeds personen die menen, dat het in het Europese aanbestedingsrecht zou gaan om ‘door mededinging’. Dat is dus niet correct. Zie voor een en ander bijvoorbeeld:


en


Geen opmerkingen:

Een reactie posten