De inlichtingenronde en/of het (niet) stellen van vragen in een
aanbestedingsprocedure is niet zomaar een procedureel ‘dingetje’.
Het kan immers gevolgen hebben voor de inschrijving op de aanbestedingsprocedure. Zie bijvoorbeeld Rechtbank Oost-Brabant 22 januari 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1170:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2020:1170
4.5. […] De
eis van [gedaagde] met betrekking tot de door haar gehanteerde
onderhoudsinterval voor periodiek onderhoud was echter al in het beschrijvend
document opgenomen en daarmee ook voor alle inschrijvers kenbaar. Het was voor
de inschrijvers vervolgens mogelijk - en ook geboden - hieromtrent vragen te
stellen in de Nota van Inlichtingen, zo zij (zoals in casu [eiseres] ) mochten
menen dat deze door [gedaagde] gehanteerde onderhoudsinterval voor het
periodiek onderhoud van het redgereedschap op gespannen voet staat met de op
dit punt geldende Nederlandse arbeidsomstandighedenwetgeving. Vast staat
evenwel dat [eiseres] van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. En dat
terwijl [eiseres] , door in te schrijven voor de opdracht, uitdrukkelijk de
verplichting op zich heeft genomen om eventuele onvolkomenheden in de
aanbestedingsdocumenten tijdig te melden. Van de zijde van [eiseres] zijn geen
feiten en omstandigheden aangevoerd die haar verzuim om tijdig vragen te
stellen omtrent de door haar gesignaleerde onvolkomenheden verschoonbaar maken.
Dergelijke feiten en omstandigheden zijn de voorzieningenrechter ook overigens
niet gebleken.
4.6. Gelet
op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat er bijzondere
omstandigheden aanwezig zijn die met zich brengen dat [eiseres] haar recht om
te klagen heeft verwerkt. Reeds op grond daarvan liggen de vorderingen voor
afwijzing gereed.
En het kan ook gevolgen hebben voor de uitvoering van de gegunde opdracht. Zie daartoe het arrest Hof Arnhem-Leeuwarden 21 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1608:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2023:1608
6.2 Het
hof gaat ervan uit dat de gemeente, anders dan zij zelf in de procedure
aanvoert, in 2016 wel degelijk over een ontheffing op grond van de Flora- en
faunawet had moeten beschikken. Dit was ook het standpunt van de gemeentelijke
ecoloog. Het standpunt dat destijds bij het treffen van voldoende compenserende
maatregelen een ontheffing niet nodig was en een aanvraag daartoe is - die de
gemeente dus niet heeft gedaan - zou hebben geleid tot een ‘positieve afwijzing’
(dit een niet op de wet zelf gebaseerd bestuursjargon voor een beslissing dat
een ontheffing niet nodig zou zijn), lijkt niet in overeenstemming met de
jurisprudentie die de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State had
ontwikkeld. Deze jurisprudentie kwam erop neer dat wel degelijk een ontheffing
nodig was als de te treffen maatregelen de verstoring en beschadiging van de
vaste rust- en verblijfplaatsen van de bedreigde diersoort niet voorkomen, maar
alleen beperken.[…] Door het dempen van de watergangen door de gemeente is het
leefgebied van de poelkikker in 2016 daadwerkelijk aangetast.
6.3 Dit
leidt er echter niet toe dat Arcadis ervan uit had mogen gaan dat de gemeente
over een ontheffing beschikte die ook werkzaamheden dekte die vanaf december
2017 in Reitdiep 3 moesten worden verricht en die een verdere aantasting van
het leefgebied van de poelkikker betekenden. De gemeente heeft dit tegenover
Arcadis niet verklaard en heeft juist, op een vraag van die partij, in de
tweede nota van inlichtingen expliciet aangegeven dat de opdrachtnemer alle
ontheffingen voor aan te treffen flora en fauna diende aan te vragen (zie
hiervoor onder 3.7). Daarmee in overeenstemming is in de annex I (bijlage) bij
de basisovereenkomst ook opgenomen dat Arcadis moest zorgen voor alle benodigde
vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die nodig waren voor de realisatie
van de werkzaamheden.
Als bij Arcadis na lezing van het ecologisch
werkprotocol de gedachte leefde dat dit uitgangspunt niet gold voor de poelkikker
en dat de gemeente zelf het bevoegd gezag voor ontheffingen voor de poelkikker
zou zijn, dan had het op haar weg gelegen om dit bij de gemeente te verifiëren
voordat zij haar inschrijving uitbracht. Dat heeft zij niet gedaan. […]
6.4 Het
risico dat na de gunning en het tekenen van de basisovereenkomst alsnog een
ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming nodig was, rustte op grond van
de overeenkomst daarom bij Arcadis.
Lees, deels terzijde, over de nota van inlichtingen ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2022/09/een-individuele-vraag.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2021/03/onvolledige-inschrijving.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2018/09/ook-voor-de-andere-inschrijvers-relevant.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten