vrijdag 3 maart 2023

Meerkosten in verband met de poelkikker

De inlichtingenronde en/of het (niet) stellen van vragen in een aanbestedingsprocedure is niet zomaar een procedureel ‘dingetje’.

Het kan immers gevolgen hebben voor de inschrijving op de aanbestedingsprocedure. Zie bijvoorbeeld Rechtbank Oost-Brabant 22 januari 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1170:

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2020:1170

4.5.         […] De eis van [gedaagde] met betrekking tot de door haar gehanteerde onderhoudsinterval voor periodiek onderhoud was echter al in het beschrijvend document opgenomen en daarmee ook voor alle inschrijvers kenbaar. Het was voor de inschrijvers vervolgens mogelijk - en ook geboden - hieromtrent vragen te stellen in de Nota van Inlichtingen, zo zij (zoals in casu [eiseres] ) mochten menen dat deze door [gedaagde] gehanteerde onderhoudsinterval voor het periodiek onderhoud van het redgereedschap op gespannen voet staat met de op dit punt geldende Nederlandse arbeidsomstandighedenwetgeving. Vast staat evenwel dat [eiseres] van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. En dat terwijl [eiseres] , door in te schrijven voor de opdracht, uitdrukkelijk de verplichting op zich heeft genomen om eventuele onvolkomenheden in de aanbestedingsdocumenten tijdig te melden. Van de zijde van [eiseres] zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd die haar verzuim om tijdig vragen te stellen omtrent de door haar gesignaleerde onvolkomenheden verschoonbaar maken. Dergelijke feiten en omstandigheden zijn de voorzieningenrechter ook overigens niet gebleken.

4.6.         Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die met zich brengen dat [eiseres] haar recht om te klagen heeft verwerkt. Reeds op grond daarvan liggen de vorderingen voor afwijzing gereed.

En het kan ook gevolgen hebben voor de uitvoering van de gegunde opdracht. Zie daartoe het arrest Hof Arnhem-Leeuwarden 21 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1608:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2023:1608

6.2          Het hof gaat ervan uit dat de gemeente, anders dan zij zelf in de procedure aanvoert, in 2016 wel degelijk over een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet had moeten beschikken. Dit was ook het standpunt van de gemeentelijke ecoloog. Het standpunt dat destijds bij het treffen van voldoende compenserende maatregelen een ontheffing niet nodig was en een aanvraag daartoe is - die de gemeente dus niet heeft gedaan - zou hebben geleid tot een ‘positieve afwijzing’ (dit een niet op de wet zelf gebaseerd bestuursjargon voor een beslissing dat een ontheffing niet nodig zou zijn), lijkt niet in overeenstemming met de jurisprudentie die de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State had ontwikkeld. Deze jurisprudentie kwam erop neer dat wel degelijk een ontheffing nodig was als de te treffen maatregelen de verstoring en beschadiging van de vaste rust- en verblijfplaatsen van de bedreigde diersoort niet voorkomen, maar alleen beperken.[…] Door het dempen van de watergangen door de gemeente is het leefgebied van de poelkikker in 2016 daadwerkelijk aangetast.

6.3          Dit leidt er echter niet toe dat Arcadis ervan uit had mogen gaan dat de gemeente over een ontheffing beschikte die ook werkzaamheden dekte die vanaf december 2017 in Reitdiep 3 moesten worden verricht en die een verdere aantasting van het leefgebied van de poelkikker betekenden. De gemeente heeft dit tegenover Arcadis niet verklaard en heeft juist, op een vraag van die partij, in de tweede nota van inlichtingen expliciet aangegeven dat de opdrachtnemer alle ontheffingen voor aan te treffen flora en fauna diende aan te vragen (zie hiervoor onder 3.7). Daarmee in overeenstemming is in de annex I (bijlage) bij de basisovereenkomst ook opgenomen dat Arcadis moest zorgen voor alle benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die nodig waren voor de realisatie van de werkzaamheden.

Als bij Arcadis na lezing van het ecologisch werkprotocol de gedachte leefde dat dit uitgangspunt niet gold voor de poelkikker en dat de gemeente zelf het bevoegd gezag voor ontheffingen voor de poelkikker zou zijn, dan had het op haar weg gelegen om dit bij de gemeente te verifiëren voordat zij haar inschrijving uitbracht. Dat heeft zij niet gedaan. […]

6.4          Het risico dat na de gunning en het tekenen van de basisovereenkomst alsnog een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming nodig was, rustte op grond van de overeenkomst daarom bij Arcadis.

Lees, deels terzijde, over de nota van inlichtingen ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2022/09/een-individuele-vraag.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2021/03/onvolledige-inschrijving.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2018/09/ook-voor-de-andere-inschrijvers-relevant.html

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten