woensdag 8 maart 2023

De ‘objectieve raming’

Het begrip ‘zorgvuldige raming’ is afkomstig van het Aanbestedingsreglement Werken (ARW). Zie daartoe onder meer artikel 2.34.7 ARW 2004:

In het geval de meest gerede aanbieding hoger is dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder, kan de aanbesteder deze aanbieding als onaanvaardbaar aanmerken en de procedure vervolgen met de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Zie ook, het iets gewijzigde, artikel 2.29.4 ARW 2005:

In het geval de prijs van de meest gerede inschrijving hoger is dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder, kan de aanbesteder deze inschrijving als onaanvaardbaar aanmerken en de procedure vervolgen met de onderhandelingsprocedure met voorafgaande aankondiging.

En artikel 2.26.4 ARW 2012.

Artikel 24 lid 9 UAR 2001 noemde eerder ‘een zorgvuldige begroting van kosten’.

In 2016 heeft het ARW in de hoofdstukken en artikelen (‘voorschriften’ in de zin van artikel 1.22 Aanbestedingswet 2012) afscheid genomen van ‘de zorgvuldige raming’.

Thans luidt artikel 2.36.4 ARW 2016 namelijk als volgt:

Indien de prijs van de meest gerede inschrijving hoger is dan het door de aanbesteder begrote bedrag, vastgesteld en gedocumenteerd voor de aanvang van de aanbestedingsprocedure, kan de aanbesteder deze inschrijving als onaanvaardbaar aanmerken en de procedure vervolgen met de mededingingsprocedure met onderhandeling of de procedure van de concurrentiegerichte dialoog.

Zie bijvoorbeeld ook artikel 3.39.3 ARW 2016.

Alleen de toelichtingen bij de artikelen 4.1.2 en 5.1.2 ARW 2016 noemen nog ‘de zorgvuldige raming’. De toelichting bij artikel 5.1.2 ARW 2016 vermeldt:

[…] Dit reglement bepaalt met betrekking tot alle procedures dat een aanbesteder de meeste gerede aanbieding als ‘onaanvaardbaar’ kan bestempelen indien de prijs van deze aanbieding hoger is dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder. Overigens zal de aanbesteder op verzoek van de meest gerede inschrijver gegevens moeten kunnen overleggen die deze inschrijver in staat stellen de zorgvuldigheid van de raming van de aanbesteder te toetsen.

De Aanbestedingswet 2012 en Richtlijn 2014/24/EU maken (ook) geen melding van een ‘zorgvuldige raming’. Richtlijn 2004/18/EG en de voorlopers daarvan ook niet.

De ‘zorgvuldige raming’ voornoemd werd en wordt aldus slechts beschreven in verband met de (eventuele) afwijzing van een inschrijver wegens een onaanvaardbare inschrijving.

En dus niet in verband met de, minstens zo belangrijke, raming van een overheidsopdracht die plaats moet vinden om vast te stellen, of de waarde van de overheidsopdracht gelijk aan of hoger dan het Europese drempelbedrag in kwestie is. Dus om vast te stellen, of Europees aanbesteed moet worden.

Misschien moeten we dan ook thans in de praktijk, voor de volledigheid, ‘objectieve raming’ gaan gebruiken?

Ook wellicht, naar analogie, in verband met het bepaalde in artikel 2a.11 lid 1 Aanbestedingswet 2012:

De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf raamt waarde van de concessieopdracht volgens een objectieve methode die wordt gespecificeerd in de aanbestedingsstukken.

En HvJEU 10 november 2022 in zaak C-486/21 (SHARENGO):

80           […] De inaanmerkingneming van deze investeringen en kosten draagt er overigens toe bij dat de raming van de waarde van een concessie die de aanbestedende dienst moet maken, een objectief karakter krijgt, zoals artikel 8, lid 3, van richtlijn 2014/23 vereist.

Of vanwege artikel 5 lid 3 Richtlijn 2014/24/EU:

De keuze van de methode voor de berekening van de geraamde waarde van een aanbesteding mag niet bedoeld zijn om de opdracht buiten het toepassingsgebied van de richtlijn te houden. Eén aanbesteding mag derhalve niet worden gesplitst om deze buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te laten, tenzij objectieve redenen dit rechtvaardigen.

Overweging 20 van Richtlijn 2014/24/EU:

Duidelijk moet worden dat een perceel van een aanbesteding alleen als uitgangspunt bij het ramen van de waarde van een bepaalde aanbesteding mag dienen indien dit objectief gerechtvaardigd is. […]

En, daarmee verband houdend, artikel 2.14 lid 2 Aanbestedingswet 2012:

De aanbestedende dienst maakt de keuze van de methode van berekening van de geraamde waarde niet met het oogmerk om zich aan de toepassing van deze wet te onttrekken.

Laten we alsdan ‘zorgvuldigheid’ los?

Nee, ‘objectiviteit’ vereist namelijk (een bepaalde mate van) ‘zorgvuldigheid’.

Als al niet in het voorkomend geval vanwege de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ‘zorgvuldig’ gehandeld moet worden.

Lees over ‘objectief’ en ‘objectiviteit’ ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2016/10/vereiste-objectiviteit.html

En over ‘de raming’:

https://keesvandewater.blogspot.com/2023/03/de-raming-van-een-overheidsopdracht.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten